vertelt hoe het ontzorgingsprogramma heeft geholpen om een gestructureerde verduurzamingsstrategie te ontwikkelen voor de historische panden op het landgoed. Dankzij het programma kreeg het museum waardevolle ondersteuning van energieadviseurs van de provincie, die grondig onderzochten waar energie bespaard kon worden en hoeveel het museum zelf kon opwekken. Dit advies stelde Verhildersum in staat om offertes aan te vragen en gerichte stappen te zetten richting verduurzaming. Zonder dit programma zou het inschakelen van een adviseur niet mogelijk zijn geweest door gebrek aan middelen. Nu heeft het museum zowel de kennis als de middelen om de verduurzaming verder vorm te geven.
Verder ondersteunde een bouwkundig en technisch bureau het museum bij de voorbereidingen voor toekomstige stappen, zoals de uitvoering van de plannen zodra de benodigde financiering rond is. Het verkrijgen van deze middelen via subsidies is echter een tijdrovend proces.
Bij de verduurzaming van de Borg Verhildersum speelt ook de monumentale status van het pand een rol. Spaltman legt uit dat dit specifieke bouwkundige uitdagingen met zich meebrengt. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om dubbel glas te plaatsen, en wordt isolatie onder de dakpannen aangebracht om visuele veranderingen aan de binnenkant te voorkomen. Het discreet integreren van installaties, zoals een warmtepomp, is een ander aandachtspunt. Terwijl de provincie vooral hulp bood bij de verduurzaming van de drie niet-monumentale gebouwen op het terrein, schakelde het museum voor de borg zelf gespecialiseerde adviseurs in met kennis van monumentale panden.
De toekomstgerichte verduurzamingsplannen voor de borg omvatten onder meer het op duurzame wijze verwarmen van het gebouw zonder schade aan te brengen aan het historische interieur, waaronder waardevolle schilderijen en gerestaureerd behang uit 1848. Het behouden van een stabiele temperatuur is essentieel voor het behoud van deze elementen. Bovendien wil het museum in de winter bezoekers kunnen verwelkomen, wat niet alleen bijdraagt aan het behoud van het erfgoed, maar ook aan het toeristische aanbod in de regio.
biedt aanvullende inzichten in het verduurzamingsproces voor organisaties. Volgens Hoving begint de begeleiding met een verkenning en intake, waarin de huidige staat van het pand en de verduurzamingsmogelijkheden worden onderzocht. Afhankelijk van de behoefte van de organisatie worden de zorgvragen opgesteld en afgestemd met een energieadviseur. Hierna volgt een traject van inzicht verkrijgen, strategieontwikkeling, advies, besluitvorming en/of inkoop van verduurzamingsmaatregelen.
Voor monumentale panden zoals Borg Verhildersum brengen verduurzamingsprojecten vaak complexe uitdagingen met zich mee, merkt Hoving op. Zo kan isolatie aan de buitenzijde de uitstraling van het pand veranderen, terwijl binnenisolatie niet altijd een optie is. Hij benadrukt dat het soms ook een overweging is om bepaalde aanpassingen achterwege te laten om het monumentale karakter te behouden. Bij het beantwoorden van deze complexe zorgvragen werkt Hoving samen met een team van adviseurs dat verbonden is aan het Ontzorgingsprogramma verduurzaming maatschappelijk vastgoed. Zo biedt de samenwerking tussen de duurzaamheidscoach en een gespecialiseerde energieadviseur, zoals Hielke Koning, gerichte oplossingen die de historische waarde van het erfgoed in stand houden.
Door zorgvuldig de energiebehoefte te minimaliseren en gebruik te maken van hernieuwbare energie, zoekt Hoving naar haalbare en passende oplossingen voor dit type erfgoed. Hij benadrukt daarnaast het belang van een duurzaam meerjarenonderhoudsplan (D-MJOP) voor organisaties die verduurzaming serieus willen aanpakken. Een D-MJOP gaat verder dan een traditioneel onderhoudsplan, doordat het verduurzamingsmaatregelen structureel integreert in de onderhoudsplanning. Dit maakt het mogelijk om verduurzamingsmaatregelen, zoals de vervanging van een cv-ketel door een warmtepomp, op het juiste moment mee te nemen. Hoving ondersteunt organisaties in dit proces door traditionele onderhoudsplannen om te zetten naar een D-MJOP, wat bijdraagt aan een duurzame toekomst voor zowel het gebouw als de organisatie.