In een dagelijks woord probeer ik de belevenissen in het afwisselende bestaan van een gedeputeerde te vangen.
Sommige mensen willen graag het laatste woord hebben. Dit is hem. Aan het begin van 2024 begon ik met een dagelijks woord. Aan het eind van dit jaar is dit het (voorlopig) laatste.
Ik had mij voorgenomen een jaar te vangen in steekwoorden, zonder de woorden te laten steken. Prikkelen kon af en toe, maar het voelde niet passend om in deze ingewikkelde serieuze tijd dat te doen. Het was een tijdje stil. De coalitie brak, en mijn reeks blogs ook. Er waren even geen woorden, omdat we woorden hadden.
De laatste woorden van het laatste blog tot nu toe waren “na A ook B zeggen.” De principiële lijn die mijn partij trok hing in de lucht. Ik ging 25 september naar het provinciehuis in de aanname dat het waarschijnlijk mijn (voorlopig) laatste dag als gedeputeerde zou zijn. Er werd A gezegd. En er werd B gezegd. Maar het college van GS - en ik dus ook - is gedurende deze gebroken (coalitie)periode nog steeds vol (mandaat) aan de slag. Ik verliet afgelopen woensdag de Provinciale Staten in het vermoeden dat ons laatste uur nog niet geslagen had.
Dit is ook een laatste werkdag. Maar het betreft nu de laatste werkdag van dit jaar. RTV Noord opent deze dag met een beeld van mijn agenda. Zorgen rond de STAR en Bestuurlijk overleg over de Lelylijn en Nedersaksenlijn.
Deze dag brengt mij terug naar Stadskanaal en in het laatste uur van de laatste dag voor het reces naar Den Haag, waar tegenwoordig veel dingen ophouden, maar wij vol voor een nieuwe start gaan.
Na A ook B zeggen. Met die laatste woorden voelde het blog (en dit jaar) echter niet goed afgesloten, en dat wil ik hierbij doen. Na elk einde volgt een nieuw begin. Ik wens u allen alle goeds. Deze kerstdagen, in het nieuwe jaar.
Veul hail en zeeg’n.
Johan
Dinsdag 24 september | Abe Met enige schroom betrad ik het Abe Lenstra stadion. Niet alleen omdat ik een kwartier te laat was, maar vooral ook als Groninger twee dagen na het verlies tegen de Heerenveense SC. Abe is zo’n naam die geen achternaam nodig heeft (zeker onder voetbalfans en in Friesland). Volgens vele de beste voetballer die Friesland ooit gehad heeft. In Amerika geldt dat ook voor de naam Abe. Maar wel met een andere achternaam. Lincoln. Volgens velen de beste president die de VS gehad heeft. De rode draad in veel van mijn gesprekken vandaag: na A ook B zeggen. |
Maandag 23 september | Gloeiend De telefoon stond ineens roodgloeiend. Er kwamen prachtige rapporten naar buiten over de Nedersaksenlijn en de Lelylijn. Ontzettend veel reistijdwinst. (Groningen-Amsterdam: 45 minuten sneller; Groningen-Ter Apel: 47 (!) minuten sneller). Maar nog veel belangrijker, grote potentie voor Banen, Woningen en Brede Welvaart. De conclusies zijn hartverwarmend. Maar - gloeiende gloeiende - de krantenkoppen en alle journalisten kenden maar 1 invalshoek. Euro’s. Miljarden. Tekort! Het was heet nieuws. Logisch. Maar wel kortzichtig. Ik mocht daardoor voor heel veel camera’s en microfoons uitleggen dat dit een investering is. Die gaat renderen. Want dat blijkt uit de onderzoeken. Koopje, nobrainer - hoor ik mezelf in het heetst van de mediastorm over miljardenprojecten zeggen. En het mooie is: het is echt zo. Mijn wangen roodgepraat kon ik aan het eind van de dag concluderen dat het Noorden vloeiend eensgezind dezelfde boodschap heeft uitgedragen: en nu door! We moeten de rails smeden nu het heet is. |
Als gedeputeerde mobiliteit krijg ik regelmatig te maken met vluchtheuvels. Vandaag ook als portefeuillehouder water. Tijdens een overleg met alle noordelijke overheden wordt dit fysieke kunstwerk als metafoor gebruikt voor de mentale kunststukjes om uit te wijken voor onze verantwoordelijkheid.
Al jaren proberen we waterkwaliteit te verbeteren. Ministeries, waterschappen, gemeenten en provincies moeten daar allemaal een steentje voor bijdragen. Maar soms wachten of wijzen we naar elkaar.
We parkeren op de vluchtheuvel. Als portefeuillehouder mobiliteit weet ik dat het helemaal niet mag. Als portefeuillehouder water vind ik het niet kunnen.
Een synoniem voor “winkel” - was mijn eerste gedachte. Boodschappenhuis. Ik had er nog nooit van gehoord. Maar het is dus een bouwwerk van verschillende communicatie-onderdelen onder 1 overkoepelend verhaal, met goede fundering van argumenten.
Het boodschappenhuis is gebouwd. Het communicatieve construct waarin de noodzaak voor de investering in de Brede Welvaart van Noord-Nederland middels het Deltaplan woont. De bouwstenen zijn Lelylijn, Nedersaksenlijn en Bestaand spoor. En het fundament van onderbouwing is inmiddels zo sterk als een rots. Komende week zullen alle onderzoeken naar buiten komen en kan een ieder beoordelen dat die de storm van politieke en publieke kritiek kan weerstaan.
We hebben als portefeuillehouders vanochtend ingestemd met het boodschappenhuis. Er mag in geshopt worden. Maar niet in het Deltaplan zelf.
Vorig jaar heeft er een stevige verschuiving plaatsgevonden in de politieke samenstelling van onze provinciale staten. De wind waait uit een andere hoek. Er is een hoofdlijnenakkoord gesloten met duidelijk andere lijnen dan tijdens vorige besturen. Eerdere ervaringen met windparken lieten zien dat vooral bedrijven - die al boven wind zijn - veel wind maakten, daarmee de wind in de zeilen kregen en het hen geen windeieren legde, terwijl de inwoners tegen windmolens bleven vechten. Dat willen we echt niet meer. We willen daarentegen met liefde voor het landschap ruimtelijke keuzes maken. Zo hebben we bijvoorbeeld afgesproken dat er geen nieuwe plannen voor zonneparken en windmolenparken meer worden toegestaan in het buitengebied. Ik denk een wijs besluit, waar komende generaties Groningers en gasten van onze ruimtelijke kwaliteit kunnen blijven genieten. We blazen en briezen ook bij nieuwe hoogspanningsleidingen. Onze ruimte is goud.
De wind is gedraaid, maar net als dat de effecten van ons nieuwe beleid - na enige tijd - langjarig effect zullen hebben, zien we nu ook nog de gevolgen van de eerdere windrichting. Ruimtelijke projecten duren soms jaren en hebben nog te maken met de (toen en nog steeds) bestaande kaders. Dat levert rechtszekerheid op en voorkomt dat inwoners en ondernemers te maken krijgen met een overheid die met verschillende winden meewaait en investeringen onzeker maakt. Vandaag was een gesprek in de commissie over een besluit dat nu voorligt over een windpark dat een procestijd van 10 jaar kent. Veel partijen hebben daar - begrijpelijk - moeite mee, maar wordt gevraagd het werk van het college te beoordelen op basis van de (toen) bestaande kaders. Besturen is niet maar wind.
Prinsjesdag. Het jaarlijkse hoogtepunt van het parlementaire jaar. De nodige traditie, enige pracht en praal. Een tekst van de regering, voorgelezen door de Koning. De miljoenennota. Rijtoer en hoedjes. Het is een belangrijk moment. We namen ons petje af voor het 10e jaar met erkenning van Groningen als gebied waar de overheid aan herstel en vertrouwen moet werken. De feesthoed ging op toen de Nedersaksenlijn genoemd werd. We zijn ook op ons hoede over de Lelylijn en OV. We schrokken ons een hoedje over het ontbreken van de middelen die er dan wel bij deze Deltaplanprojecten moeten gaan horen. En of we onder een hoedje spelen met het kabinet wat betreft waterkwaliteit en klimaat inclusief adaptatie vragen we ons af, na de weinige aandacht en urgentie die het lijkt te hebben.
Maar met de hoed in de hand komen we in het hele land, zeker als er in de Nedersaksenlijn, Lelylijn en bestaand spoor geïnvesteerd wordt.
In Venetië staat de zogenoemde Brug der Zuchten. Tussen het gebouw waar recht gesproken werd en de gevangenis. Een zucht van verlichting voor de vrijgesprokene of een zucht van besef van de laatste stappen in de vrije buitenlucht voor de veroordeelde. Onder andere Galileo Galilei heeft de brug bewandeld, en wellicht gezucht. Hij is het schoolvoorbeeld dat gelijk hebben en gelijk krijgen twee verschillende zaken zijn.
Mijn laatste overleg was een vol zuchten. Een patstelling over een verkeerssituatie die al een decennium voortduurt met een breed scala aan onderzochte en net zoveel afgewezen oplossingen culmineert logischerwijs in wederzijds onbegrip en onvrede. We lijken allemaal gelijk te hebben. Nadat de vergadertijd ruimschoots verstreken was, en veel gezucht en gesteun verder, hak ik een knoop door. Met een no-regret-deeloplossing voor het provinciale deel en een waarborg voor de partners. En voor het overige stoeien we nog maar even door. Zonder een vloek en in een zucht is het overleg voorbij en kunnen we (deels) door.
Het provinciehuis bestaat uit het historische bestuursdeel en een nieuwbouwdeel waar het grootste deel van het ambtelijk apparaat werkt. Verbonden door een brug. Ik ben benieuwd hoe vaak mensen met het gelijk aan hun zijde deze brug zuchtend zijn overgestoken…
Met gemengde gevoelens kijk ik naar de presentatie van het regeerprogramma. Zoals altijd zijn er zaken waar je wat mee kunt, en zaken waar je je vraagtekens bij zet. Uiteraard blader ik snel naar de pagina’s waar ik hoop teksten aan te treffen die goed mixen met onze eigen wensen en opvattingen. Voor de belangrijke zaken voor Groningen en de Groningers. Voor Nederland en allen die zich in Nederland bevinden - zoals de Grondwet opent.
In de uiterst ongemengde groep - wat betreft ras en geslacht - van gedeputeerden mobiliteit probeerden we vorige week al de bewindspersonen te bewegen tot het delen van hun opvattingen. Helemaal nieuw zijn bepaalde zinnen dus niet. Die kwamen vanochtend ook meermaals aan de orde in de qua onderwerpen samenhangende dag die ik had in Lelystad over de Lelylijn en online over de Nedersaksenlijn. De laatste hand wordt gelegd aan onderzoeken. We zijn bijna klaar voor de volgende stap: verkenningen. Op basis van de gezamenlijke inspanning van Rijk en Regio. Met de miljoenennota in het vooruitzicht wordt de vraag: mengen we ons in de strijd om de miljarden of worden we gemangeld in de menigte van plannen en tekorten. Wij zijn bevlogen en pragmatisch. En met visie.
Vandaag was ik op een heuse top. De IJsselmeertop in Sneek. De top van het IJsselmeer is normaal gesproken tussen de 10 en de 40 centimeter onder NAP. Vandaag dus iets hoger in Sneek. Het ging wel over die peilhoogte. Want er zijn natuurlijk grote belangen over de hoogte en de hoeveelheid water van wat voor Groningen primair onze grote waterbuffer is. (Zie IJsselmeer, 8 maart).
Sinds een jaar heb ik regelmatig Topbijeenkomsten. Maar dat is het gevolg van een collega die die naam draagt. Toppen heb ik niet zoveel en ik draag ze ook nooit. Waarom deze bijeenkomst tot top werd getoverd is mij boven de pet. Maar vanuit vogel- en kikkerperspectief werden we op verschillende niveaus op de hoogte gebracht. We gingen tot de bodem. Het was top. Tot teen weer gevuld ging ik huiswaarts.
We hebben stralend strakke plannen. Veel. Altijd. Vanochtend stonden ze op een rijtje. Alle grote investeringsplannen in de pijplijn waar we het gesprek met het kabinet over willen voeren. En dan bekostigd krijgen. Uiteraard. Daarvoor is een vast stramien. Uitmondend in het MIRT-overleg in november. Onze rij kent onder andere de onderdelen van het Deltaplan: Nedersaksenlijn, Lelylijn, Bestaand Spoor. Verder wegen als N33, en N355. Waterwegen waaronder de sluis bij Farmsum. Grote plannen. Grootse plannen. En het is zaak om ministers, staatssecretarissen en kamerleden te overtuigen dat eigenlijk alles belangrijk is. Want dat is het. In een tijd waarin een nieuw kabinet eigenlijk geen geld zegt te hebben voor nieuwe dingen. Dat vraagt om een doorwrochte aanpak en goede samenwerking met alles en iedereen in het Noorden - en Den Haag. Elk kikkerpootje buiten de kruiwagen kan tegenstanders of kapers langs de Noordzeekust munitie geven om het MIRT-overleg in een strafexpeditie te veranderen. In het verleden hebben vreemde strapatsen wel geleid tot tot stranding. We werken aan het spoor en de weg. Treinwinst vraagt om straategie.
Ben ik van Duitsen bloed. Ik weet niet of het vanochtend geklonken heeft tijdens het bezoek van Wilhelmus’ nazaat aan kinderen in Ten Boer. Vanavond klinkt het wel in Amsterdam. Nota bene in een wedstrijd tegen Duitsland. Onze Oosterburen hebben vandaag meer onze aandacht. Dat onder andere naar aanleiding van het bericht dat vanover de grens kwam dat ze controles willen (her)invoeren. We gaan ervan uit dat het tijdelijk is. Al jarenlang werken we aan ononderbroken verbindingen met Duitsland. Denk aan de Wunderline. Voor mensen, culturen en economieën. Uiteraard gaan we daar mee door. En blijven we aandringen. Op toegankelijk, direct en comfortabel grensoverschrijdend reisgedrag.
YouTube is soms een uitkomst - weet ik als hobbyklusser, -kok, -monteur, -(moes)tuinier. etc. etc. Of soms voor tijdverdrijf. Dat gold vandaag ook voor jongste zoon tijdens een turbulente treinthuisreis. Een storing stopte de trein vlak na vertrek uit Winschoten. Ik vroeg mij nadat ik hem daar had opgepikt af wat er zou gebeuren - en hoe het zou voelen - als de hyperloop ergens halverwege buis in storing zou vallen. Maar dat gaan ze vast ook testen. Vanaf vandaag in de ‘tube’ in Veendam. Tijdens de opening van het European Hyperloop Centre konden we genieten van de beweging die dappere innovatieve tunnelvisie oplevert. To-be-continued.
Ik weet nog niet waar Abraham zijn mosterd haalde. Ik doe het meestal bij de lokale supermarkt. Vandaag mocht ik tijdens een serie werkbezoeken zien waar mijn favoriete mosterd (Gronings - grof en pittig) geproduceerd wordt. Bij Marne. In Stad. De ondernemer deed ons de baard af over wet en regelgeving, en vooral snelheid - of het ontbreken daarvan. Het centrale thema vanochtend was netcongestie. Een heel concreet probleem voor veel bedrijven en bij het realiseren van grotere woningbouw. We kwamen - samen met de gemeente en netbeheerder tot korte- en langetermijnbenaderingen.
Ik mag geregeld op werkbezoek gaan en heb al veel verschillende outfits mogen dragen. Uiteraard beschermende kleding - schoenen, helmen, brillen, jassen en oordopjes. Vandaag voor het eerst een baardnetje. Ik weet - ook na het werkbezoek - nog niet waar Abraham zijn mosterd haalde, maar hij droeg vast geen baardnetje.
Leeuwarden bleek vandaag goed aanrijdbaar. Daar mocht ik een gesprek voeren met mijn Friese evenknie en de wethouders van Schiermonnikoog. Over de verbinding met het eiland. Daarvoor is Lauwersoog de levensader. En parkeren en doorstroming daar leverden zorgen op.
Het eiland ligt voor Groningen. Binnen bereik. Uiteraard hield ik weer mijn bijna serieuze pleidooi om het eiland bij het echte heiteland te laten horen. Maar de Friese concullega’s waren helaas nog steeds niet bereid een handreiking te doen over een grenscorrectie, laat staan over overname. Zelfs de mogelijke breuk van het eiland bij een stevige storm waarover recent ons berichten bereikten leidde nog niet tot bereidheid om zelfs maar het oostelijke deel in Groningse handen te doen belanden.
Wat de annexatie betreft moest ik onverrichter zake huiswaarts keren. Gelukkig werden de overige doelen van het gesprek verder wel bereikt. Dus met een goed gevoel terug richting Grunn. Onderweg online vergaderend met de directeur van - jawel - Groningen Bereikbaar. De organisatie die in afwachting van de sinds zondag echt verbeterde bereikbaarheid, Groningen bereikbaar hield.
Het commentaar van mijn partijgenoot in de Tweede Kamer op het voornemen van de minister van LVV en Natuur om te stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied, zonder een (bekend) alternatief om de doelen voor Biodiversiteit, Waterkwaliteit, Stikstof- en CO2-reductie te behalen liegt er niet om: Pyromanenpolitiek.
Vandaag hadden we als gedeputeerden van alle provincies een kennismakingsgesprek over mobiliteit en infrastructuur met de nieuwe daarvoor verantwoordelijke minister en staatssecretaris. Uiteraard hebben die ook hun wensen en proberen we daar als provincies onze pleidooien op af te stemmen. Af en toe vurig. De link met bovenstaande dossiers is onmiskenbaar. Dus we hebben er belang bij dat die ook vooruit gebrand worden.
Ik vind het leuk om een vuurtje te stoken in de vuurkorf. Ik ben bijna een kwart eeuw politiek actief. Maar beide zaken heb ik - op een enkele barbecue na - nooit met elkaar verbonden. Ik merk wel dat het heilig vuur van belang is om zaken voor elkaar te botsen. Erg veel respect voor burgemeester Schuiling die bij zichzelf merkt dat de brandstof op is en de consequentie daarvan trekt. We gaan deze bestuurder, medestrijder en voorzitter van de veiligheidsregio - en daarmee brandweerbaas - in deze tijd van uitslaande branden nog missen.
“Wij noemen dat ook wel een jammergewas.” Het ging even over verschillende teelten tijdens het werkbezoek bij AVEBE, waar we als voltallig college te gast waren. “Jammer als je het hebt. Jammer als je het niet hebt.” Het gaat om uien. Om te huilen dit jaar. Het is afwachten of het wel opgehaald wordt, terwijl je vorig jaar bij wijze van spreken miljonair had kunnen zijn.
Een niet nader te noemen puber in ons gezin zit in een “ja, maar”-fase.. Voor elke opdracht of standje is er een excuus. Ja, maar ik kreeg het tuigje niet om, was het laatste excuus. Op de vraag waarom onze oppashondjes nog niet waren uitgelaten. Jammer. Het zou me niets verbazen als jammeren een verband heeft met ja-maren. Onderdeel van de Groningse opvoeding is uiteraard “nait soezen.” Geen gezeur. Vantevoren risico’s inschatten, keuze maken en daar verantwoordelijkheid voor nemen. En volgende keer beter.
Ik heb ook wel eens jammer-bijeenkomsten gehad. Het bezoek aan AVEBE was dat absoluut niet.
Er scheen licht aan het einde van de verdiepte ligging. En het afgelopen weekend zon op alle ringlopers en sinds gisteren ook -rijders. Het (deels) reizend genootschap van de ring besprak tijdens de opening de hoogtepunten en de verdieptepunten. Er heerste vooral trots, op dit prachtige belangrijke stukje infrastructuur. Dat miljoenen mensen veilig en snel van, naar en langs de stad zal voeren.
De afgelopen weken heb ik mij op grote hoogte verdiept in andere zaken. Tunnels minder als bestuurder van een provincie benaderd, en wat meer als bestuurder van de gezinsauto. Het beoordelen van werken van grote Duitse wegenbouwers gebeurde uitsluitend als consument, en niet als financier.
Het leeswerk is enkele weken ingeruild voor leesgenot. In plaats van overleggen over water en klimaat werd er gezwommen in stralend weer onder schone luchten. Daardoor verfrist vandaag weer in het diepe over alle zaken die ook op afstand doorgingen.
Oh ja, het kippenhok (zie 14 juni) is ook klaar. Het heeft drie verdiepingen.
Zomerreces
De laatste dag voordat ons reces aanbreekt. We sluiten het jaar informeel af met een etentje met GS en partners. De markering van de afronding van een veelbewogen jaar. Na vandaag vliegen, fietsen, varen, roeien en rijden we uit in verschillende richtingen om elkaar pas in september formeel weer te treffen.
Met een blik zowel voor- als achteruit geeft de commissaris ons een verrekijker. Geschikt voor een hele serie activiteiten staat op de doos. Van vogelspotting en autosport tot hiking en concerten. En dus voor een reflectie op een jaar samenwerking in deze samenstelling. Hij hoeft niet ver te reiken of ver te kijken om ons te verrijken. Met voorbeelden, inspiratie en inzichten. Geschikt voor inzoomen en uitzoomen, op zaken ver weg en dichtbij.
Ik ben dankbaar. Voor het etentje en de goede sfeer. Voor het afgelopen jaar, en dat het voorbij is. En natuurlijk voor de verrekijker. Die gaat mee naar Oostenrijk straks. Ik kijk ook in de verte en zie een vervolg van dit blog over 6 weken. Tot dan. Goede zomer allemaal!
Dit is een bijzonder stukje. Deze heb ik geschreven op 6 maart. Nu denkt u, dat is niet vandaag. Dat klopt. Er is iets aan de hand waardoor ik vandaag niet mijn dagelijkse stukje kon schrijven. Een gevalletje overmacht, telefoon of iPad kapot of kwijt, internetstoring in Scheemda of in een vervoersmiddel waar ik wellicht nu in zit, verstuikte vingerkootjes, of misschien gewoon ziek. Dat viel natuurlijk te voorzien, dat ik ook een keer een dagje zou missen. En dat is vandaag blijkbaar gebeurd.
Nu is besturen vooruitzien. Al 14 jaar probeer ik problemen op te lossen en/of te voorkomen. Kan niet goed tegen eigen handelingsverlegenheid en onmacht. Ik wil macht over de overmacht. Dat wat voorzien kan worden probeer ik op te anticiperen. Dat gold ook toen ik me voornam om dit blog te gaan doen, en tenminste een jaar vol te houden. Dus heb ik een aantal woorden van de werkdag als reserve gemaakt. Het leek me wel wijs om dit even te melden. Want het zou heel vervelend zijn als mensen rekenden op een afspraak met mij vandaag. Dat die afspraak is afgezegd vanwege drukte, ziekte of storing en ik wel doodleuk een stukje zou hebben getypt. Dan is het geen overmacht meer. Ik ben waarschijnlijk snel terug. En zo niet, dan staat er morgen weer “reserve” achter de titel.
Ik ben dol op verrassingen. Leuke verrassingen en cadeautjes. Geven en krijgen. Ik begin in januari alweer te verzamelen voor de volgende Sinterklaas. Ik ben minder dol op onverwachte onwenselijke ontwikkelingen. En ik ben niet de enige, als ik de reacties van de besturen van Veendam en Pekela lees over het voornemen van grote batterijopslag in Zuidwending.
Ik mocht vandaag in de Staten vertellen dat ook wij verrast waren door het wilde idee van ondernemers die - ik kan niet anders concluderen - het gebied, de inwoners en de sentimenten daar niet kennen. Onze verordening, beleid en idealen sluiten dergelijke ontwikkelingen uit. Dus wat mij betreft is het ook vlot klaar. Burgemeester Kuin zei dat hij bijna de neiging had de initiatiefnemers koppie onder in het Heeresmeer te duwen om ze wakker te schudden. Ik kan me die neiging goed voorstellen. Maar - zo heb ik ook maar aan RTV Noord verteld - dat zou ik niet doen. Het zou zonde zijn van het uitstekende zwemwater.
Het was weer zover. De laatste GS-vergadering van het seizoen. En net als bij de laatste vergadering van het jaar betekent dat een stapel aan besluiten die - volgens de indieners - niet kunnen wachten op het nieuwe seizoen. Het lijkt wel alsof we twee maal per jaar het einde van de wereld verwachten.
Niet eerder wist ik al zolang vantevoren dat dit het woord van de dag zou worden. Al in het tweede Woord in januari kondigde ik hem aan. (Zie 9 januari). Ik moet wel eerlijk zijn dat we het nog wel bonter hebben meegemaakt dan vandaag. “Slechts” 42 besluiten haalden onze openbare besluitenlijst. Volgens mij tikten we vorig jaar de 60 aan. Dit soort aantallen zijn wel deels te verklaren. Door bijvoorbeeld deadlines. Of door gewenste voortgang in de zomer, die wacht op richting door het college. Maar heel misschien zijn het toch deels ook collega’s die hun bureau leeg willen hebben voor de vakantie.
Hoe dan ook voelt het toch wel positief dat we Luther in de overtreffende trap toepassen:
Ondanks dat we verwachten dat de wereld snel vergaat, planten we vandaag nog zoveel bomen als mogelijk.
Vandaag werkte ik thuis. En ik was niet alleen. Mijn team werkte met mij. Bij mij thuis. Richting de zomer leek het me mooi om de 10 mensen die wekelijks met mij mijn portefeuille-overleg voeren in mijn natuurlijke habitat te verwelkomen. Zodat thuis en werk beeld en geluid kregen bij de verhalen en namen die ik in beide gremia deel. Karin, kids, kippen en kat maakten kennis met collega’s en vice versa. Het oorspronkelijke thuis van directe collega’s en mijn vrouw bleken werkelijk dicht bij elkaar in Sappemeer te liggen. De zon scheen. Het was thuis en het werkte.
Mijn gesprekspartner over-wegen (zie 2 februari) had mij uitgenodigd om verder te delibereren over delicate zaken. Hij wilde een aantal locaties die hij als plaatsen delict aanduidde aandoen. Daartoe stapte hij vol overtuiging in de dienstauto, die daarvoor al vol was. De stoelendans werd verloren door een spoorambtenaar die tot de electrische fiets veroordeeld werd.
De plaatsen delict waren spoortaluds en -overgangen. De aanklachten waren het over de balk smijten van gemeenschapsgeld. Door Rijk, ProRail, provincie. We konden een goede verdediging voeren over de lijnen van normen voor veiligheid en stevigheid. Mijn oordeel na het onderzoek langs en van de sporen was dat we vrij uit gesproken hadden.
Ik werd verwacht op een bestuurlijke werksessie. Dat soort termen roept bij mij altijd meteen vraagtekens op. Ik begrijp dat veel mensen denken - net als mijn kinderen - dat ik mijn dagen vooral kletsend doorbreng. Dat klopt in principe ook. Het voelt toch wel als werken. Ook gisteren was ik kletsend voor mijn gevoel al hard aan het werk - in ieder geval tot het moment dat ik verwacht werd in de werksessie.
Een wethouder die ik vandaag al eerder sprak, sprak meteen uit dat hij meteen zou vertrekken als er met geeltjes geplakt zou worden. Hij bleef. Maar al voor binnenkomst kregen we de nodige knutselmaterialen mee. Dat bij mij niet de indruk gaf dat er serieus werk gemaakt zou worden van de sessie. Er werd afgetrapt met gekrabbel met de verkeerde hand en de ogen dicht van een wezentje, waarna we een droom voor de warmtetransitie en dat wezentje moesten uitspreken. Voelde niet als werken. Maar beide hersenhelften bleken geactiveerd, het ijs was gebroken en gelukkig mochten we ook nog echt kletsen, eh werken.
Ik ben opgegroeid in een gezin waarin werk vooral ook gedefinieerd werd in hoeveelheden raif, lengtes metaal, dozen elektroden en kilo’s schroeven. Na al het kletsen dat ik werk noem, vind ik het dan toch ook wel heerlijk om op een vrije avond nog even met balken, bandjes en beits te sjouwen. Een ontspanningssessie.
Vandaag zijn de Algemene Beschouwingen in de Provinciale Staten. Er werden meer dan dertig moties ingediend over verschillende politieke prioriteiten. Die worden altijd keurig genummerd. Vandaag van M124 tot en met M156. De nummering begon met M1 bij de start van deze Statenperiode 15 maanden geleden. Dus we zitten op 10 per maand gemiddeld.
Een nummer is natuurlijk lastig te onthouden en spreekt niet tot de verbeelding. Vandaar dat de meest creatieve variaties van motie-titels voorbij komen. Vandaag onder andere “Hou het hoofd koel en boven water” over zwemlessen, “Een gifvrij boeket is een echt geschenk” over biologische bloemen in het provinciehuis, en “(R)Onderdendam”, waarbij een verkenning naar een rondweg om - jawel - Onderdendam gevraagd werd. Ook als een titel goed gevonden is, wil dat niet altijd positief advies en stemming opleveren. Hoe Bijzonderdendam ik het dorp ook vind. Voordat we rondwegen bespreken eerst maar eens het gesprek met bewoners en gemeente over andere (on)mogelijkheden.
Wilt u weten waar de moties “Ontwaak”, “Aan de stuurknuppel” en “Het licht kan uit” over gingen.. grasduin dan vooral even op deze pagina.
Vanochtend ontvingen we de kwartiermaker van de economische agenda Nij Begun in ons college. Het eerste verzoek betrof de beschikbare tijd: een uur in plaats van 6 kwartier. Er werden twee kwartieren voor andere noodzakelijke bezigheden gemaakt. Want vandaag nemen onder andere de algemene beschouwingen van morgen kwartier in onze agenda. Er kan worden gekwartet met conceptmoties. Dus we kunnen de tijd goed gebruiken.
Ik ken vele varianten van groeperingen die eigen kwartiertjes hebben geclaimd. Vaak omdat ze hun bijeenkomsten wat later beginnen, of even rustig de tijd nemen. Bijvoorbeeld het Academisch, Drents of Baptisten kwartiertje. Of omdat ze in de laatste 15 minuten nog extra inspanning of doelpunten verwachten (ADO Den) Haags kwartiertje. ‘N Stief kwartiertje nadenken zou ongetwijfeld nog meer variaties opleveren.
Ik stel een Grunnegs ketaaier voor. Waarschijnlijk kunnen we het in 5 minuten.
Voordat ik gedeputeerde werd had ik volgens mij nog nooit van DRIS gehoord. D’r is tegenwoordig bijna geen maand dat het d’r ‘s niet over gaat. Digitaal Reis-Informatie Systeem. Oftewel: de schermen bij haltes met de minuten dat het nog duurt voordat de volgende bussen komen.
Op dit moment loopt er een aanbesteding voor het onderhoud van de palen. We kwamen er achter dat dat wat ingewikkeldr is dan we eerst dachten. Het verschilt namelijk bij de informatie, de software en de palen wie precies de aanbiedr is.
Tegenwoordig maken al heel veel mensen gebruik van de apps van vervoerders om de reisinformatie te checken. Maar de informatie bij de haltes blijkt ook nog goed gewaardeerd. We willen ook absoluut niet een verhoogD RISico dat we te laat komen. Met onderhoud en vervanging. Dan zouden we toch wel voor paal staan.
Doordeweeks zijn mijn dagen vaak aaneenschakelingen van overleggen en vergaderingen. Op vrijdag en soms op donderdag komen daar regelmatig activiteiten als werkbezoeken en openingen bij. Vanochtend mocht ik vieren dat we 100.000 kinderen bereikt hebben met onze veilig-verkeersactiviteiten. Door mee te fietsen tijdens een les voor achtstegroepers. We gingen met vrijwilligers van de Fietsersbond op fietspad om gevaarlijke punten op weg naar de middelbare school te oefenen. We kwamen niet ver. Het hoosde. Want na een paar honderd meter waterfietsen waren we allemaal zo doorweekt dat de doorgewinterde juf boze ouders voorspelde en ons allemaal rechtsomkeert liet maken.
Het is overigens een speciale dag. Want exact 1 jaar geleden werd ons college beëdigd. We zijn door regen en door zonneschijn en door ons eerste jaar heen. En met dit Woord weer door de week.
Ik kom regelmatig meelopers tegen. In positieve en negatieve zin. Vandaag ook in een bijzonder positieve. Mijn brugklasser liep een dagje mee als onderdeel van een opdracht voor school. Hij schoof aan bij - in zijn ogen - veel te veel saaie vergaderingen op een - in mijn ogen - best rustige dag. Hij zat naast me met z’n laptopje, maakte een verslagje en keek stiekem kattenfilmpjes. Op de vraag van een vergadergenoot of hij het saai of heel saai vond antwoordde hij “saai”. Ze liepen met hem weg. Ik ook.
Oh ja. De mooiste meelopers zijn de mensen die met je oplopen. Dank.
Een tik met de stemvork. De toonhoogte is bepaald. 440 hertz. En dan stemmen.
Als violist weet ik dat de toon de muziek kan maken. En breken. Een instrument dat niet zuiver is afgestemd op de rest van het orkest kan harmonie doen veranderen in herrie. Het beste om dan te doen is een pit(ch)stop om af te stemmen.
Naast toonhoogte wordt het woord pitch tegenwoordig ook gebruikt voor een pakpraatje. Een korte presentatie om een idee te presenteren. Vandaag was ik met Statenleden in Den Haag onder andere voor gesprekken op ministeries, ingeleid aan de hand van telkens een serie pitches. Met hier en daar wat scherpe noten. Dissonanten waren er niet. Maar ze hadden af en toe wel meer de lengte van een symfonie dan die van de tik van de stemvork. Gelukkig was er geen wanklank te horen. De stemming bleef goed.
Wind op zee. En hoe die aanlandt. Daar ging het veel over vandaag. Presentaties van het ministerie van EZK over hun trajecten, en het onderzoeksbureau die de (on)mogelijkheden van routes van kabels en leidingen onderzoekt. Werelderfgoed Waddenzee doorkruisen is natuurlijk best een ingewikkelde exercitie. Duurzame energie is nodig om een groene economie mogelijk te maken. Hoeveel natuurwaarden mogen hoeveel schade ondervinden om mede de totale ecologie te redden?
Vanmiddag hadden we een ontmoeting met RWE. Wij vertelden over onze keuzes en processen. Brede welvaart voorop. Zij over hun werkzaamheden en plannen. CO2-reductie voorop. Op meerdere dia’s daarbij kwam Oranjewind voorbij. Dat is een van hun parken hoog in de Noordzee. Wat collega Emmens opviel was de hoopvolle boodschap voor vanavond. Oranjewind. Hopelijk is het enkel verkeerde spelling en geen verkeerde voorspelling.
Ik heb vandaag een convenant getekend. Over verduurzaming in de asfaltketen. Maar dat mag ik eigenlijk nog niet vertellen. Want dat mag pas als iedereen getekend heeft. En dat duurt nog even.
Convenant kent een Latijnse oorsprong en betekent letterlijk vertaald: samenkomst. In dit geval is het wel en niet gelukt. We zijn het eens over de inhoud. Dat is het belangrijkste. Maar het bleek onmogelijk om 3 gedeputeerden (en een aantal andere partijen) tegelijk in een hok te krijgen voor het zomerreces.
Er waren 9 ondertekenende partijen. Vandaag zetten daarvan 4 de handtekening. In twee andere sessies de komende week worden (hopelijk) de andere 5 toegevoegd. Een convenant zonder samenkomst.
Bij de ondertekening heb ik maar aangehaald dat we dit zo niet weer gaan doen. En dat het pas echt een succes wordt als we als partijen blijven samenkomen. Letterlijk en figuurlijk.
Voor de tweede maal in een maand tijd was ik bij het Werelderfgoed Woudagemaal in Lemmer. Best logisch. Want ik had bestuurlijke overleggen met noordelijke provincies, waterschappen en Rijksoverheid over zoetwaterbeschikbaarheid en -kwaliteit. Een gemaal is dan wel een passende locatie. Na afloop kreeg ik een lunchpakketje mee met een onnavolgbare Friese tekst erop. “Bjusterbaarlik moai.” Ik heb mijn Friese collega en Google Translate geraadpleegd voor een vertaling. Het blijkt geen inhoudsbeschrijving of allergenen-waarschuwing te zijn, maar “verschrikkelijk/ontzettend/verrassend mooi”.
Of dat Woudagemaal inderdaad zo bjusterbaarlik moai is, heb ik zelf helaas nog steeds niet kunnen beoordelen. Want bjusterbaarlik genoeg vergaderden we in een bijgebouwtje. En de vorige keer dat ik er was, liep het voorafgaande programma uit en moest ik bij aankomst met de bus snel verder in de auto om openingen (zie Opening 31-5) te doen. De buitenkant ziet er in ieder geval indrukwekkend uit. Dat was wel een beetje de hoofdlijn van vanochtend: want ook water kan er tegenwoordig op t oog moai uit zien, maar bjusterbaarlik veel chemie bevatten.
In het Noordoosten van het land werd smog verwacht, meldde nu.nl. Als gevolg van de werking op fijnstof van hoge zonkracht en gebrek aan wind. Mijn associatie met Smog zijn vooral beelden van grote stedelijke industriële centra, Oost-Azië, grote Havens, en niet Scheemda. Ik las het nadat ik Utrecht uitreed. Waar ik het al minder gek had gevonden.
De ochtend had ik besteed in de IPO-commissie Klimaat en Energie. Waar we veel zaken besproken hebben die bij moeten dragen aan schone lucht en energie. Smog stond niet op de agenda. Helderheid verkrijgen wel. Over de samenhang tussen provinciale ruimtelijk-economische toekomstbeelden met die van TenneT, over de bezigheden van het ministerie rond SMR’s (kleine nucleaire reactoren.) Verlicht liep ik naar buiten. Tot ik het bericht over smog las. Ik dacht even dat mijn beeld vertroebeld was, maar het stond er echt. Het werk zit er nog niet op. Het wordt tijd dat we de lucht klaren.
Stappen, Trappen, OV, Mobility as a Service (deelmobiliteit), Privé-auto. Voor mensen die zich bezighouden met mobiliteitsbeleid een bekende volgorde. STOMP geeft vorm aan een ordening van vervoersmodaliteiten. Bovenaan staan het lopen en het fietsen, onderaan de eigen auto. Bij keuzes in inrichting - en heel belangrijk - geld, kan dit principe een verbetering van bereikbaarheid en de brede welvaart betekenen.
In de commissie over de financiën vandaag kwamen de politieke kleuren naar voren: blijft er wel voldoende aandacht voor de auto, met alle investeringen in fietspaden? Hebben we wel genoeg geld voor het OV als er zoveel extra naar asfalt moet? Het mooie van het STOMP-principe is dat het de scherpe kantjes afvlakt. Ik kon ze beiden geruststellen: iedere automobilist die voor het OV of de fiets kiest geeft ruimte aan de overige automobilisten, die die keus niet of minder hebben.
Om het bot te zeggen: STOMP is zinnig. Niets doen is stompzinnig.
't Is goud deu. Aldus de wethouder die ik informeerde naar de temperatuur op haar gemeentehuis. Op het moment van bellen had ik net thuis mijn kostuum omgewisseld voor mijn oranje-shirt. Op het provinciehuis merk je helemaal niets van de temperatuur buiten. Er is een warmte-koude-opslag in de grond die de temperatuur aangenaam houdt. We hebben een ontzettend duurzaam provinciehuis. En dat is best bijzonder voor een gebouw uit de 15e eeuw. Ik stapte onder het provinciehuis in mijn auto en kwam er dus bij het uitstappen thuis pas achter hoe warm het was. 'Goud deu'. Hoewel er Groningers zullen zijn die het "goud" wel een beetje een overdreven toevoeging zullen noemen. Het is tenslotte nog niet eens 30 graden. Simpelweg constateren dat het dooit, is meer dan voldoende. Misschien dat de wedstrijd de temperatuur nog in de richting van 'goud deu' kan brengen.
In een overleg met waterschappen en het waterbedrijf verkenden we de stromingen. Het grootste deel van een jaar is beschikbaarheid van water geen enkel probleem. En minstens zo vaak is een overschot aan de orde. Maar het kan zomaar gebeuren dat er wel tekorten ontstaan, in een langere periode van droogte. Er is een landelijke verdringingsreeks, waarbij veiligheid en onherstelbare (natuur)schade bovenaan staan. Drinkwater en energievoorziening een treetje lager, aflopend naar lagere economische afwegingen. Groningen is afhankelijk van anderen voor het grootste deel (zie IJsselmeer, 08-03-24). Maar ook een opgave in bewaren en besparen. Het is dus een combinatie van zekerstellen dat er voldoende water in onze richting beschikt blijft worden, besparen en alternatieven aanbieden. Wellicht kunnen sommige installaties ook met brak of zout water bediend worden, of misschien wel luchtgekoeld. Iedere sector zou voorbereid moeten zijn op perioden van schaarste. Tot slot blijven de keuzes: wat als er echt geen water meer is: welke sectoren worden dan wel en welke niet voorzien. Hoe dan ook: De noodzaak van beschikbaar water houdt ons zoet.
“Echt niemand luistert, het is net als op school,” aldus oudste zoon lachend. We waren bij de finish van Cycling 4 Climate. Ik mocht met de Dijkgraaf en twee anderen een woordje spreken in de tent. Tussen twee schermen waarop voetbal te volgen was.
In de tent zaten de wielrenners die net 250 of 375 kilometer gefietst hadden. En zij waren terecht vooral bezig met een moment van rust, opdrogen, ontmoeting, voeding en kleine en grote verhalen. Ze reden de kustlijn die Nederland te wachten staat als we de zeespiegelstijging niet het hoofd bieden, en vroegen daarmee aandacht voor dit belangrijke thema en fietsten ondertussen ruim een ton voor een goed doel bij elkaar. Ik zal deze week en dit woord eindigen zoals ik over de massa uitsprak: Er gaat niets boven Groningen. Wat mij betreft ook geen meters zee.
Stikstof. Fijnstof. Uitlaatgassen. Broem Broem. Snelheid. Veiligheid. Geluid. Klimaat, natuur.
Zomaar tien woorden. Die tot op heden allemaal niet Van De Werkdag zijn geworden. En het zomaar wel hadden kunnen zijn. Want ze komen regelmatig voorbij. Ook vandaag. In Den Haag en Utrecht met coalitiekamerleden en IPO-collega’s in gesprekken over
Aromatisch, Bustalgie, Congestie, Dar, Ei-en-kipdiscussie, Flessenhals, Geduld, Hok, Instromen, Jarig. Kern, Loopbaan, Meertmoand, Notulen, Overwegen, Pluim, Roppen, Snakken, Topweer, Uitvoeringsoverleg. Vrijheid, Waterstofverbrandingsmotor, IJsselmeer, Zin.
Woorden. Van de Werkdag. Van Ampel tot Zegveld. Van Veulhailenzegenbeden tot vandaag. Sinds de eerste in januari in volle vaart samen opgetrokken. Van nul naar Honderd.
Het Statenlid kreeg weinig steun: ecologie - dat 19 keer in de economische visie genoemd werd - zou volgens hem niet mogen slaan op onze (sociaal)economische gemeenschap van mensen en bedrijven. Hij probeerde een alternatief te bevorderen. Desnoods Gronings. Dat is natuurlijk een mooie uitdaging. Ik weet niet of de handen op elkaar zullen gaan voor “Klouke Kontrainen”. Maar dat wordt wel redelijk geruggensteund in de bronvertaling. Is er bijval voor “Jegendwies”? Enig hulpbetoon door betere alternatieven zijn welkom.
De commissievergadering was bemoedigend vroeg rond 19 uur klaar. Ik was tot het einde gebleven voor de morele ondersteuning van de collega’s. Thuis was de childsupport geregeld: we kregen bijstand van mijn ouders. Dat was geruststellend. Want het stelde mij in de gelegenheid om adhesie te betuigen aan mijn competitief tennissende vrouw. Hup Hup! Is daar ook al een Gronings woord voor?
Ultiem jargon. Bila. Bilateraal. Ambtenaars voor een onderonsje. Vandaag was een dag vol bila’s. Bilachelijk veel. In een groepssamenstelling met veel verschillende zaken op tafel wil het soms helpen om even iemand apart te nemen om een onderdeel uit te lichten.
En uiteraard. Er zijn variaties: Met z’n tweeën is het dus bila. Met z’n drieën: trila. In een duur huis: villa. Met Gerard Joling: shangrila.
We zijn als college weer de hei op. In de Eemshaven ditmaal. Net als op 13 maart (Aromatisch) wederom weinig hei. Veel sessie. Ditmaal in het kader van onze talenten. Er is op basis van een door ons allemaal ingevulde vragenlijst een overzicht opgesteld van onze voornaamste krachten. Als persoon en als team. 200 vragen per persoon. Geloven dat dit soort testen echt waarheden vertellen. Is niet mijn talent. Verantwoordelijkheidsbesef gelukkig wel - dat staat op 1. Dus heb ik keurig alle vragen beantwoord. En eerlijk gezegd was ik best verrast door hoeveel ik erin herkende.
In de Bijbel staat een verhaal over talenten. Met als voornaamste les dat het belangrijk is zorgvuldig om te gaan met dat wat je gegeven is. Wat ik pas later leerde was dat een talent in dit kader niet zozeer een aangeboren kwaliteit is, alswel een eenheid. Van een gewicht in goud of zilver. Oftewel een valuta. En het was niet weinig. 26 kilo, 34 kilo. Dat stond weer gelijk aan soms wel 6000 daglonen. En ook vandaag leerde ik weer. Op de hei in de Eemshaven. Sommige mensen zijn hun gewicht in goud waard.
Gisteren en vandaag heb ik mezelf meerdere malen in een hokje in het MuzeeAquarium op mogen sluiten. Tussen alle activiteiten op DelfSail, moeten ook nog wat andere digitale overleggen gebeuren. Onder andere over de hokjes die aangevinkt moeten worden in een aanbestedingsprocedure en over hokjes waarin ik geplaatst word in een test (zie 17-06-24: talenten). Vandaar een opgehokte Hamster.
Het weekend wacht waarin ik wederom aan 't werk mag. Naast het reguliere lees-werk, ook privé. Ik knutsel aan een nieuw kippenhok. Ik ben in mijn vrije momenten aan het schetsen, schuren en schilderen. Het wordt een hok van tok-kwaliteit.
Mannetjesbij. 3 letters. Menig kruiswoordpuzzelaar zal bovenstaande beschrijving direct herkennen. Dar.
Vandaag was het: Pools tallship. Drie masten: Dar.
De volledige naam is Dar Mlodziezy. “Het geschenk van de jeugd.” En een geschenk is het. Zowel het schip, als het voorrecht om mee te mogen varen, als DelfSail als geheel. Een prachtig evenement waarin we Groningen en onze haven(s) aan de wereld tonen en beleven. Dar mogen we trots op zijn.
Mooiste provincie van Nederland. 9 letters. Begint met een G.
Groningers snakken niet naar snakken. Dou mor normoal. Er gaat niets boven Groningen, en zeker niet boven ‘t maaiveld. ‘‘t Kon minder,” zou een oprecht gemeende en gepaste reactie van een Groninger kunnen zijn op de dag dat hij zijn eerste kind krijgt, de Jackpot wint en de FC landskampioen wordt.
Snakk’n betekent zoveel als ‘opscheppen’. Een snakker - verdacht vaak randstedelijk - gedraagt zich pedant of arrogant. Het zit niet in ons. De keerzijde is dat we het veel te weinig hebben over - en dus veel te weinig mensen weten - hoe krachtig en hoe mooi het in Grunn is. Wat we allemaal te bieden hebben. Dat gesprek voerde ik vandaag met een Stadse wethouder. We somden op: Natuur van wereldklasse, schone lucht. Nobelprijswinnend onderzoek aan een wereldwijde top100-universiteit die de grootste technische universiteit van Nederland is. Innovatie en ondernemers van wereldklasse.
De Groningse vlag kent een Scandinavisch design. Dat is niet toevallig, maar gevolg van onze Hanze-historie. We zijn zo misschien wel stiekem het zuidelijkste stukje Scandinavië. Vanuit het noorden gezien de poort naar West-Europa met onder andere onze zeehaven en (energie)infra. Noordelijke uithoek of centrale speler aan de Noordzee. Dat is een kwestie van perspectief.
Snakka is het woord voor ‘gesprek’ in Scandinavische talen. We zouden veel meer kunnen uitdragen over Groningen. Dat is geen snakken. Dat is goed snakka.
Ik ben opgegroeid met muziek. Mijn viool is mij lief. Ons werk is ook deels theater - aldus een van de acteurs.
Vandaag voelden we ons als college ons dus ook thuis op bezoek bij de Kunstwerf. Een plek in de stad waar maar liefst 9 culturele organisaties zich vestigen, samenwerken, repeteren en presenteren. We wandelden achter de schermen door een poppourri van repetities dans, muziek en theater. De term BackSteeg kwam voorbij. Douze points wat mij betreft voor initiatief en naam.
Het is mooi dat we als provincie talent(-)en( )ontwikkeling bevorderen. Voor en achter de schermen. Voor en achter de podiumplekken.
Stembusuitslagen, opkomstcijfers, peilingen. Veel wordt geduid in de relatie van burgers en overheid, inwoners en politici. Als bestuur hebben we in ons akkoord geschreven dat we een betrouwbare overheid zijn. Niet alleen dat we het willen, maar dat we het zijn. Per definitie. Dat wil niet zeggen dat het vanzelf gaat. Het vraagt om houding en gedrag. Graag zijn we daarop aanspreekbaar.
Vertrouwen is meer dan een woord in politiek en bestuur. Het kent een zware lading. Het is de draad, de lijm, de schakel die verbindt. Tussen politici. Tussen volksvertegenwoordigers. In een digitale variant: het is er wel of het is er niet. Het handelen van een wethouder, gedeputeerde of minister is afhankelijk van het vertrouwen van respectievelijk gemeenteraad, Provinciale Staten of Tweede Kamer. En als het (ont)breekt, betekent dat - over het algemeen - het einde van het mandaat. We gaan dus niet lichtzinnig om met vertrouwen. En ook niet met het woord. Daar kunt u op… eh… rekenen.
80 jaar na D-day - waarmee onze bevrijding begon, mogen we in vrijheid gaan stemmen voor het Europa van morgen. Deze om deze twee redenen al historische dag is nog gedenkwaardiger omdat mijn (voorheen) kleine nichtje trouwt met haar grote liefde. Het vrijgezellenbestaan eindigt in de vrijheid die bij elkaar gevonden wordt. Het levert de Hamsters een vrije maar vooral feestelijke dag op. En vandaag dus een kort maar belangrijk woord.
Positief geladen werd het debat beëindigd. Er werd veel rond de kern bewogen. Met veel politieke kracht werd energie gestoken in de fusie van twee moties die samen een bijna totale splitsing van de Provinciale Staten tot gevolg hadden. Maar de uitstraling is helder: in meerderheid willen Provinciale Staten (nog steeds) geen kerncentrale in de Eemshaven. Daar werd nog aan toegevoegd dat wij bij de uitwerking van ons programma energie in de volle breedte de energiemix mogen verkennen. Kernachtig betekent dat dat ook kernenergie onderdeel mag uitmaken van de Groninger betaalbare, betrouwbare, beschikbare en bestendige energiemix, maar de opwek daarvan buiten de provincie zal moeten gebeuren. Krachtig.
Een groot deel van het bestuurderswerk is rekenen. Met geld en op mensen. Optellen en aftrekken van euro’s en plannen. Er is een kleine breuk in de geschiedenis merkbaar: voor het eerst in hele lange tijd heeft de provincie een tekort op de jaarrekening gepresenteerd en voeren we gesprekken met handen op de knip. We breken onze breinen en potloden op het uitzetten van lijnen.
Vandaag ging het ook over breuken in bereikbaarheid. Van mijzelf door een telefoonwissel, van de industrie met waterstof, en van het OV door nieuwe betaalmethoden. Die laatste twee willen we voorkomen uiteraard.
Breaking news aan het eind van de dag was de breuk in de coalitie in Stadskanaal. In een spanningsveld ontstaan soms scheuren, splitsingen, breuken en andere pijnlijke situaties. Onze ooster- en westerburen kennen daarbij passende oproepen aan alle betrokkenen: Hals- und Beinbruch; break a leg!
Het belang van goede verslaglegging werd me vandaag weer meermaals duidelijk. Als Stroomgebieden Noord vinden we dat het Rijk besluiten moet nemen over toelaten (of niet) van chemische middelen. Want als dat niet landelijk besloten wordt, wordt het halen van waterkwaliteitsdoelen voor ons veel ingewikkelder. We kunnen een brief sturen met deze opvatting, maar vastleggen in de notulen van overleggen met de minister was net zo effectief, vooral omdat die meteen begripvol reageerde. En dat ook zou worden vastgelegd. Het waren echter zo/zo-tulen. Dus dat vraagt een opmerking in het volgend overleg. Dan kunnen we hem, zijn opvolgers, eventuele claimanten en rechters daar tot in lengte van jaren aan herinneren. In-geval-van-Nood-tulen.
Het is heel vervelend als er no-tulen zijn als je ze wel nodig hebt. En heel fijn als ze bij kunnen dragen aan een betere herinnering van situaties en afspraken.
Mijn eerste stapjes in de (lokale) politiek zette ik als notulist van de Knoalster RPF-fractie. Een bijbaantje dat iets uit de hand gelopen is. Maar pas jaren later leerde ik het belang van een goed verslag echt. Veel respect voor alle pro-tulisten.
Ik bevond mij tussen Midwolde en Mensingeweer. In de beslotenheid van mijn auto. Tussen twee openingen. Ik had met een wethouder een fietsroute geopend. En was onderweg om met een wethouder kunstwerken te gaan openen. Een bijzonder concept: openen.
Zowel de fietsroute als de kunstwerken bevinden zich in al enige tijd in voltooide staat. Er is niemand die enig obstakel genoot om ervan te genieten. Het asfalt was aanlokkelijk. Het weer welkomend. Totdat een wethouder met een helm en een gedeputeerde met ongemak op respectievelijk een gloednieuwe en antieke fiets in de weg gingen staan. Pontificaal op het splinternieuwe pad. De weg werd even afgesloten voor de opening. Wij openden pas echt, toen we niet langer in en op de weg stonden.
In Mensingeweer betreft het ook de opening van een route. Maar meer van een gebied. Met de verbeteringen aan infrastructuur tussen Wad en Stad, tussen Groningen en Lauwersoog, was er ook de ambitie om er iconische werken te plaatsen. Om cultuur en historie te ontsluiten. Dat is gelukt.
Maar hoe open je kunst eigenlijk? Vandaag door onze stempel te zetten. Letterlijk. In een baksteen die onderdeel wordt van de kunst. Een opening doen we natuurlijk vooral om te vieren en te bedanken. De mensen die hebben gedroomd, gesproken, gewerkt en in dit geval gecreëerd. Hoe doen we dat? Door dank je wel te zeggen. En vooral ook door niet al te lang in de weg te gaan staan denk ik. Dus. Aan de kant. De wegen zijn open. De kunst is open. De opening is gesloten.
Soms is er zo’n dossier. Dan gaat er al iets niet helemaal lekker. En dan gaan er nog veel meer dingen fout. Mijn woord van de werkdag is Murphy. En vooral zijn wet. Vanochtend begon mijn dag met een spoedoverleg over de laatste in een serie van ongelukkige opvolgingen.
Murphy was een ruimtevaartingenieur die zich bezig hield met veiligheidssystemen - leerde ik op Wikipedia. Dat plaatst zijn wet wel in een andere context. Het is natuurlijk een krachtig principe om vanuit veiligheid zo te denken dat je voorbereid wilt zijn op alles dat mis zou kunnen gaan. Murphy als inspirator om ongelukken te voorkomen. Niet achteraf constateren dat de wet opgeld deed. Maar vooraf bedenken wat er nodig is om dat voor te zijn! Wij stonden op het punt waarin we aan het indammen waren om het dossier vanaf nu ongeschonden de finish te laten halen.
Ontevreden met de teksten die voorlagen had ik zelf al een nieuw conceptje getypt. Maar jawel. Uiteraard sloop daar ook weer een fout in. Ik las op dezelfde Wikipagina dat dat ook een wet is: iemand die schriftelijk commentaar levert op teksten, maakt daar zelf ook altijd weer een fout in: De wet van Muphry.
Zeg veld en ik zie groen. Zeg Zegveld en ik zie na vandaag rood. Enerzijds schaamrood en anderzijds rood van positief enthousiasme. Mijn topografische kennis was redelijk op peil - dacht ik. Maar toen ik instemde met een bezoek aan het Veenweide Innovatie Centrum (VIC) had ik niet goed ingeschat waar dat zich bevond. In Zegveld. Ik schatte dat ergens in Drenthe/Overijssel. Waarom weet ik niet precies. Het lijkt op Zeegse. Voelt als Westerveld. Het klonk wel als iets heide, groen, veenachtigs. Dat was het ook. Maar niet op een uurtje rijden. Wel bij Woerden. Gelukkig wordt de reistijd ook altijd goed benut. Dus dat is uiteraard geen bezwaar.
In het VIC kreeg ik zeer welkome informatie en een rondleiding. De opgaven en uitdagingen rondom Veenweide, die wij ook in onze provincie kennen - klimaat, natuur, water, agrarisch verdienmodel e.d. worden op uiterst creatieve wijze aangevlogen. Het bezoek meer dan waard. Vol enthousiasme en inspiratie terug naar het Noorden.
Toch kleurde ik ook op de terugweg. Gisteren besloten na wat geschuif in de agenda om twee uur eerder naar Zegveld te reizen. Dat paste. Helaas was dat wel gezegd aan de Zegvelders, en ongemeld gebleven aan de Groningers. Daardoor was mijn werkbezoek al voorbij voordat collega’s überhaupt in Zegvelden of wegen te bekennen waren. Dan zeg je wel sorry over Zegveld zeg maar.
Trots stonden ze naast elkaar bij de stalling. Trots stonden ook veel mensen eromheen. Twee gele bussen. Eentje van bijna een halve eeuw oud, eentje die zijn eerste rit ging maken. Voor iedere Groninger ouder dan 30 is de Gele GADO een bus der herkenning. Oerdegelijk. Geel, met rode leren stoelen. Exact 100 jaren geleden opgericht en de rest van de vorige eeuw rondgereden in de provincie met de herkenbare voertuigen. Zo Gronings als Marne Mosterd, ome Loeks en Pinda’s van de Spar.
Vandaag werd de eerste van 35 nieuwe Mercedes bussen opgeleverd. Het ging erover dat hij ZERO-emissie was - en dat we in Groningen en Drenthe daarin voorop rijden. We mochten voelen hoe ruim en comfortabel hij was. Hij rook zo nieuw. Maar de eerste reactie was vooral de kleur. GADO-geel. Duidelijk geïnspireerd door de bussen die Groningse (en Drentse) dorpen en wegen vorige eeuw kleurden. Een nieuwe generatie gaat rondrijden in GADO-geel. Dat voelt vertrouwd. En dat moet een bus zijn.
De eerste schaduw op de bovenlip van jongste zoon houdt het gezin bezig. Hij is eerder dan zijn oudere en blondere broer. Interessant hoe groei varieert. Maar het soms donzige en soms stoppelige pad naar volwassenheid is onbetwistbaar ingezet. Bij allebei.
Tussen neus en lippen door is het genoemd, aldus de ambtenaar die ik vroeg waarom een jaartal in een concept brief vanuit het ministerie was beland. We voeren al tijden stevige gesprekken en de voor ons noodzakelijke ontwikkeling werd ernstig geperiodiseerd. Tussen “neus en lippen door”. Bij echte mannen komt daar een snor. Hier werd ie wat mij betreft gedrukt. Ik merkte dat ik er prikkelbaar van werd.
Scheer je weg. Zou een adequate reactie zijn richting ministerie. Om een nieuw concept te maken. En dan weer terug te komen. Groei is nodig. We laten ons niet beknotten, maar willen de beloften tot in de puntjes verzorgd hebben. We staan op onze strepen. Dat zit wel snor.
De satéprikker door deze dag was niet moeilijk. Van ontbijt tot diner het goede gesprek. Op werkbezoek belandde ik op campingstoelen onder een carport in Hoogezand. Ik mocht met twee inwoners in gesprek die vertelden over verduurzamingsmaatregelen en hoe ze in hapklare brokken goed advies, hulp en subsidie hadden gekregen. Trots werden dakisolatie, zonnepanelen, het hondje en de kippen getoond. Gastvrij werd om 12 uur de frituurpan aangeslingerd. De kippen en ik wisten dat goed te overleven.
De koek was niet op. De lunch wachtte in de auto. Evenals een online overleg. Via de thee in Winsum naar een borrel in Emmen. Waar ik aanwezig was bij een debat tussen kandidaat-Europarlementariërs. Ik maakte brokjes mee. Maar het glas was minstens half vol: Ik kwam precies op tijd voor de borrel(hapjes.) Niet teveel uiteraard: want vanavond wachten thuis de pizza en een filmpje. Vet.
Nog 48 dagen, voorspelde ik aan de groep Burgermeister van het netwerk van gemeenten rond de Wunderline, dan scoort Frimpong het winnende doelpunt in München tijdens de halve finale van het EK voetbal. Stel, de Wunderline zou al wel rijden, dan zou ik die dag om 9:15 de trein kunnen pakken vanaf Scheemda. Dan was ik keurig op tijd in het stadion om dat mee te maken. Helaas rijdt hij nog niet.
De halve finale was niet mijn stoerste voorspelling van de dag. Het ging ook meerdere malen over kampioenschappen die Nederland wel al binnen heeft. Positief: de meeste opwek van zonne-energie per inwoner. Negatief: we zijn kampioen biodiversiteitsverlies. Die laatste twee zaken kwamen samen bij de presentatie van het onderzoek naar ecologie rond zonneparken. En hoe te zorgen dat er een ecologische plus ontstaat. Oftewel: de natuur te laten verbeteren door de aanleg van zonneparken. Dat kan. Daarom werd in mijn laatste overleg ook een handreiking vastgesteld voor nieuw te ontwikkelen parken. Ik voorspel: Groningen wordt kampioen toekomstbestendige energie.
Verbaasd kijk ik bij Bunde naar de tijd die nog nodig is om de Friesenbrücke te bereiken. Vanuit Scheemda rijd ik regelmatig in een half uurtje naar Leer. Dus dat het vanaf de grens nog een half uur naar de bouwput is, verwondert. De wijsheid komt snel: het is best logisch, want de brug ligt er uit. En de andere kant van de Eems is natuurlijk een stukje omrijden. Zonder brug. Gelukkig wordt er (inmiddels) hard gewerkt aan de reparatie.
De dag begon met een “deep dive”. Blijkbaar modern Haags voor een verdiepend gesprek. We doken in de ruimtelijke plannen met hoge ambtenaren van zes ministeries die de afstand naar Groningen overbrugd hadden. Kansen en uitdagingen van alle opgaven die een ruimtebeslag van meerdere keren de oppervlakte van de provincie vragen. We wezen op de overbruggingen tussen ministeries en onze regio die nodig zijn: immers de woonopgave vraagt ook investeringen in mobiliteit, onderwijs en zorg. En de inpassing van energie kan alleen met liefde voor het landschap, ruimte, middelen en banen. En vooral het sluiten van kloven die energiearmoede en gasellende hebben opgeleverd met de rest van het land.
Inmiddels in Papenburg. Het heeft wel wat lang geduurd voor die Friesenbrücke eindelijk gerepareerd was. Maar ja, als hij weer eenmaal in bedrijf is, is dat allemaal “water under the bridge.”
Verwondering is het begin van wijsheid, aldus Plato.
Twijfel is het begin van wijsheid, meende Descartes.
De Vreze des Heren is het begin van Wijsheid, schreef Salomo.
Ik mocht vandaag een boekje in ontvangst nemen. Het gaat over de verbetering van jeugdhulp door de inrichting van een expertteam in de tijd dat ik nog wethouder was. De verbetering begon met de verwondering bij slimme professionals over gangen van zaken, en het twijfelen over de juiste aanpak in moeilijke cases. Weten dat je niet alles (zelf) weet wordt door Socrates ook als wijsheid gezien. Eigenwijsheid brengt je vanaf het begin waar al deze wijsgeren over schreven maar tot een bepaald punt. Samenwijsheid brengt verder.
Nou, dan ben je nog wel even onderweg. Aldus mijn oudste zoon toen ik hem vertelde dat ik de Melkweg ging openen. Ik was ook nog wel even onderweg. En tijdens de bustocht met bestuurders langs het Lelylijntrace, ergens tussen Lelystad en Lemmer, na de stop in het visrestaurant op Urk, begon ik te rekenen de hoeveelste dag het was.
Mijn eerste associatie bij het openen van de Melkweg was: “En op de achtste dag opende de gedeputeerde de Melkweg”. Maar we zijn alweer wat verder. En het is niet het wonder van de Melkweg als in de onvoorstelbaar grote uitspanning van sterren en planeten, maar een 3 kilometer lange nieuwe ontsluitingsweg langs Bedum tussen de provinciale weg en FrieslandCampina, die vanaf nu heel veel vrachtverkeer om het dorp heenleidt.
2.111.523. Dat is volgens chatGPT het aantal dagen dat verstreken is sinds het begin van de Joodse jaartelling. Stel nou dat die klopt. Dan was het op de 2.111.524e dag, dat de wethouder van het Hogeland, de technisch directeur van FrieslandCampina en de gedeputeerde van de provincie Groningen de Melkweg openden. En ze zagen dat het goed was.
Het nieuws van de dag was natuurlijk dat in Den Haag de vier onderhandelende partijen tot een akkoord zijn gekomen. Zo’n onderhandeling is geven en nemen en betekent per definitie dat er altijd zaken zijn waar mensen meer en minder blij mee zijn. Het is ook een heel voorstelbaar ritueel bij het bekendworden van een akkoord dat iedereen zijn eigen take heeft. Ik mis dit (schadeherstel/versterking), ik mis dat (realistische oplossingen stikstof en natuur). Ik vind dit geweldig (Lelylijn, Nedersaksenlijn), ik vind dat belachelijk (intrekken spreidingswet).
Het journaille, de politiek en maatschappelijke organisaties zitten op het vinkentouw om te cherrypicken. Voor de trotse nieuwe samenwerkers voelt het dan na maanden van intensieve arbeid eerder om een teek dan om een take: het bloed wordt hen onder de nagels vandaan gehaald, en een klein beetje gif of zuur wordt in de samenwerking gestopt. Systeemschade kan het gevolg zijn.
Halverwege de dag mocht ik een half uurtje naar buiten. Er stond een ploegje te wachten om een kort filmpje rond het fietsbeleid op te nemen. Op dat moment: Voorbijrazende auto’s, brommers, aanhangers en ambulance. Parkerende busjes en technisch malheur. Mijn gebrekkige acteer- en tekstherinnerprestaties. Ik denk ook wel 20 takes. Het werd vervelend en ze klonken telkens bijna voorspelbaar hetzelfde. Ik hoop dat ze er het beste van maken.
Vandaag zat ik in de commissie. Van 10 tot 21 uur. Van Nieuwspoort via Scheemda tot in het provinciehuis. Nagenoeg de gehele tijd vergaderde ik (mono :) ) mee. Met een heel aantal vroege vogels was ik in Den Haag bij een lobbyontbijt rond de Lelylijn in een poging om die reistijd overigens nog verder te verkorten.
Tijdens de commissierondvraag ging het een aantal keer over dode vogeltjes. Eerst het trieste verhaal van weidevogels die verdronken in sloten door een te lage waterstand. Daarna de vervelende bijeffecten van windmolens. En aan het eind van de lange dag vergaderen tijdens een goed gesprek over de bouwstenen energie werd een aantal keren Joop den Uyl gequote en aangehaald. Dat leidde bij mij aan het eind van een lange dag tot de gedachte aan een andere De Uil. Het werd tijd om de ogen dicht te doen en de snaveltjes toe.
Ik was het laatste deel van vandaag bij een bijeenkomst over ‘smart mobility’. Dat was wel slim. Zo was er de man die de OV-fiets bedacht om ons deel te maken van deel-oplossingen. Of eigenlijk een hele oplossing voor wat nu geen deel-problemen meer zijn. Het eerste of laatste deel van een reis kan tegenwoordig met een deelfiets afgelegd worden en daarmee komen veel meer bestemmingen binnen OV-bereik. Het autogebruik is afgenomen en daarmee een deel van de drukte en de uitstoot.
Het had de Koning behaagd om hem vanwege de ontzettend grote landelijke impact van de OV-fiets de titel Officier in de orde van Oranje Nassau toe te delen. Dat vond ik ook wel slim van de Majesteit. Die ook zo slim was om met zijn vrouw deel te worden van de Groninger warmte vandaag. Geluk vermenigvuldig je door te delen, zegt de tegeltjeswijsheid. Dat geldt dus zowel voor Groningen als voor fietsen.
We zijn afgelopen week de hort op geweest. Na alle kilometers voor het werk, was het wel mooi om ook privé even wat afstand te nemen. Hier en daar wat horeca. We eindigden een weekendje vooral horizontaal in onze eigen hortus. Alhoewel ook gehurkt rond de moestuin en verticaal achter de hark, schoffel en grasmaaier.
De hoorbare hoorn van de wekker op maandagochtend is dan nog net geen horror. Maar zo snel ik weer wakker ben, besef ik mij hoe gezegend ik ben dát ik op kan en mag staan. En dat er weer een dag en week vol mooie uitdagingen wachten.
En hoewel het starten met wat horten en stoten gaat, fysiek, logistiek, digitaal en softwarematig… (ja, echt). Vanaf 8 uur paraat en fris en in volle vaart verder voor Groningen.
Meireces
Meireces
Ik werd gecorrigeerd. Terecht. Ik mocht een welkomstwoord verzorgen bij een bijeenkomst over de lessen en de opvolging van de innovatiemissies van de afgelopen jaren naar Scandinavië en Duitsland. Ik sprak de wens uit dat de missies niet enkel een leuk schoolreisje zouden zijn, maar een echte missie: doelgericht, met zichtbaar en duurzaam effect. In de discussie later sprak een vertegenwoordiger van het Noorderpoort hoe belangrijk de vorige missies voor de ontwikkeling van het onderwijs(aanbod) waren. De ontmoetingen onderling en in het buitenland hadden nieuwe verbindingen, uitwisselingen en zelfs onderwijsaanbod opgeleverd. Dus: een eventuele toekomstige reis moet ook weer een missie zijn. Een versterking van internationale samenwerking. En een onderneming. En een schoolreis.
Al op tijd stond ik paraat. Ik werd op tijd in het nieuwe “Aan de Parade” in Den Bosch verwacht. Als politicus heb ik het nodige theater meegemaakt. Vandaag was ik er voor serieuze zaken: de aandeelhoudersvergadering van Enexis. Waar we onder andere de warmtestrategie vaststelden.
Daarna door naar Den Haag. Want er wachtten overleggen met de bewindspersonen van I&W. Eerst aan de Landelijke Fietstafel over het ijzeren ros, ons paradepaardje. Vervolgens door over waterkwaliteit, dat dat allerminst is. We paraderen zo de penarie in.
Een aparte dag. Van ‘s-Hertogenbosch, via ‘s-Gravenhage, naar ‘s-Cheemda. Ons paradijs.
Het Statenlid viel bijna met spreekgestoelte en al achterover. Hij probeerde de hoogte van de installatie aan te passen op zijn gestalte. Een pas op het daartoe geëigende pedaaltje gaf niet het gewenste resultaat. Hij werd hoorbaar aangemoedigd door omzitters om toch wat steviger aan de installatie te trekken. “Roppen,” werd geroepen. Goed Gronings voor scheuren/trekken. Hij bleek daarvoor te porren, met als gevolg dat de kracht die hij in de kathederkop stak hem rap ruggelings terugwierp.
Soms moet je hard aan zaken roppen voordat je effect ziet. Langdurig gescheur en getrek had vandaag zichtbaar effect: de Lelylijn is door het Europarlement op de zogeheten Ten-T-lijst (Europese netwerkkaart) gezet! Dat betekent dat Nederland gevraagd wordt om de lijn uiterlijk in 2050 te realiseren. Met dank aan en voor een Sterk Noord-Nederland. En nu zullen we verder reppen dat dat rapper moet. Sterk blijven staan, en roppen!
De eerste stapjes. Een moment in een mensenleven dat we koesteren en proberen vast te leggen. Het begin van een nieuwe fase. Een nieuwe wereld die betreden en verkend wordt. Wat wonderlijk is, omdat zovele generaties diezelfde wereld al ontdekten. Lopen is zo gewoon. Staat aan de basis van bijna alle vervoersbewegingen. Te voet naar school, een boodschap in de winkel, een wandeling naar de bushalte of tijdens de lunch. Zo gewoon dat we nooit bedachten er specifiek beleid op te maken.
Met deze loopagenda staan we op. We laten het kruipen achter ons, en wandelen met de kin omhoog en de borst vooruit de provincie in. Als eerste in Nederland komen we met voetgangersbeleid inclusief budget.
We struikelen en strompelen misschien in het begin. Het is en blijft een leerproces. Weinigen rennen vanuit de wieg de wereld in. We gaan stimuleren, knelpunten in beeld brengen en netwerken bouwen.
We komen obstakels en anderen tegen. Klampen ons af en toe vast en richten onze ogen graag op wat ons bekend en lief is. Samen met onze inwoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten gaan we proberen ons te ontwikkelen. We willen samen opwandelen.
In steeds rechtere lijnen naar het doel toe. Een samenleving en een ruimtelijke ordening die (ook) ingericht is op lopen. Voor gezondheid, voor genieten, voor geluk. De voetganger. Functioneel en recreatief.
Samen gaan we stappen zetten…
* vandaag stemde GS in met de loopagenda. Dit is het voorwoord dat ik daarvoor schreef. Lees de loopagenda hier.
“En wie niet springt, die is een Fries,” klonk het zaterdag in de 88e minuut. Ik maakte voor de zekerheid maar een sprongetje omdat ik niet zeker wist of juridisch of moreel viel uit te sluiten dat deze verklaring bindend was. Het zal je toch maar gebeuren dat je ineens Fries bent of ervoor aangezien wordt. Dit gebeurde tijdens een mooie wedstrijd tegen een club uit Leeuwarden die om voor mij begrijpelijke en onbegrijpelijke redenen zichzelf Anti-Fries noemt. Ze sprongen niet mee.
In de Noordelijke Samenwerking kon het vroeger vriezen en dooien. Allerminst onderkoeld is echter de relatie met mijn Drentse en Friese mobiliteitscollega’s. Mijn laatste telefoontje aan het eind van de dag was met laatstgenoemde. Hartstochtelijk Cambuur-fan. Het was een van de leukste en warmste. We springen samen voor het Noorden.
De tijd schaft niet. Dat zou de vertaling zijn van een Fries spreekwoord, waarin ik eerst andere inschattingen had bij het woord “skoft”. Ik kende het spreekwoord niet. Maar blijkbaar is ook in Friesland opgevallen dat de tijd niet stil staat: waarschijnlijk waren ze in Groningen. Wie hier kift vermoedt, dat klopt. Ik ben alvast een beetje aan het oefenen: morgen ga ik naar FC Groningen - Cambuur.
Het spreekwoord kwam over tafel op de dag waarop na 60 jaar de gaswinning werd afgeschaft. Het is een voor Nederland historisch moment, vertelde ik aan een delegatie uit Stuttgart die onze waterstofinnovaties bezocht. Stoppen met gaswinning? Energietransitie? Wir schaffen das!
De tijd schaft niet. Wij gelukkig wel. Een feestdag en weekend. De pot schaft pizza vanavond.
Dit Franse leenwoord is (volgens het chronologisch woordenboek) dit jaar exact 400 jaar geleden voor het eerst in onze taal aangetroffen. Het betekent “verstopping”. De eerste paar eeuwen werd het vooral gebruikt in de medische sfeer in bloedbanen, de afgelopen decennia kreeg het betekenis in het (data)verkeer.
Als ik het woord tegenwoordig hoor gaat het eigenlijk alleen maar over elektriciteit. Ons net is vol. En dat is een probleem voor wie stroom wil leveren of afnemen. En steeds meer mensen gaan er mee te maken krijgen. De netbeheerders, de rijksoverheid en ook wij werken er hard aan, maar dit gaat een tijd duren. Het vraagt namelijk veel extra infra. En dat willen wij ook nog eens ondergronds. Het mooie nieuws van vandaag - een dag die voor mij toch al agendacongestie kende van alle (energie)overleggen - is dat ook de ACM - die over de regels gaat - met een pakket komt om te versnellen.
Congestie vraagt daarnaast ook alternatieven voor elektriciteit - denk aan warmtenetten, groen gas en waterstof. Het vraagt verduurzaming en slimmer gepland gebruik door ons allemaal. (Want ook hier speelt verspitsing —> zie 19-01).
Ik stel voor dat we het woord snel weer aan de Fransen teruggeven.
Met team Water op pad langs de Drentsche Aa. Hier werken we aan de berging van ruim 4 miljoen kuub water - voor als het écht nodig is.
Er was eens een gaskraan in Groningen
Die moest dicht want hij sloopte de woningen
Na wat gemor in de Eerste Kamer
Viel daar ook definitief de hamer
Nu dweilen, herstellen en nog zo wat dingen*
*versterkingsoperatie van 27k woningen afronden, schadeherstel milder, makkelijker, menselijker, compensatie voor geleden schade (fysiek en mentaal), wegnemen van verschillen, langjarige investeringen in sociaal-economische situatie om (ten minste) op hetzelfde niveau als rest van NL te komen, aanleggen randvoorwaardelijke infrastructuur (in ieder geval: Nedersaksenlijn, Lelylijn, bestaand spoor verbeteren, vaarweg Lemmer-Delfzijl, N33 verdubbelen).
“Het komt altijd goed, soms duurt ‘t iets langer”. Ik weet niet hoe vaak ik dit al hoopvol heb uitgesproken. In politiek bestuur wordt regelmatig de lange adem gevraagd. Ingewikkelde procedures, onverwachte wendingen. Als het resultaat er naar is, worden ze geduld.
In de mobiliteitsportefeuille zitten een aantal projecten die waarschijnlijk pas gerealiseerd worden als de opvolger van mijn opvolger zich in spoeddebatten verbaast over de keuzes van mij en mijn voorgangers. Ze vragen geduld. Daar heb ik weinig problemen mee. Als ze maar gerealiseerd worden.
Kortetermijngeduld is meer mijn valkuil. Zo ook vandaag: vervelende verkeerslichten, haperende hybridevergaderingen. Stokpaardjes nemen geen horden, hoor ik mezelf denken, terwijl ik de tien voorbij tel.
Heel veel gezegden zijn ontzettend cryptisch, of metaforisch: over verdronken kalveren, over gloeiende kolen. En sommigen zijn gewoon letterlijk, zodat ook hen die meer dan een half woord nodig hebben het leren: geduld is een schone zaak.
De Lelylijn is een koopje. Die titel staat boven een interview dat ik gaf aan het blad Binnenlands Bestuur. Ik heb de kopij geaccordeerd. Want ik heb het inderdaad gezegd. Ik vind het ook, afgezet tegen de ontwikkeling en de kansen die het oplevert. Een stevige stelling op zijn tijd wil wel eens wat in beweging zetten. De journalist kopte hem in. En tot op heden zijn de reacties positief. En mochten er negatieve komen? Dan zijn dat mooie aanleidingen voor een kopje koffie over de toekomst van Groningen. Dus die neem ik op de koop toe.
Het verhaal van vandaag zou een direct vervolg kunnen zijn op gisteren. Vandaag zette ik 'm ook op. Een helm. Een bouwhelm in dit geval. Ik krijg soms de instructie om persoonlijke beschermingsmiddelen aan te doen. Tot op heden niet voor moeilijke gesprekken. Maar af en toe mag ik een bouwplaats op. Niet om te bouwen, hoezeer ik ook van klussen houd. Dat hoge spannende station heb ik nog niet bereikt.
De eerste keer dat ik helm, veiligheidsschoenen en reflecterende werkjas aandeed, was dat omdat ik als starthandeling een heimachine in werking mocht zetten. Met een afstandbediening. Op 20 meter afstand. Veiligheid en voorbeeld boven alles.
Vandaag stond ik met een hele serie vertegenwoordigers van gemeenten, netbeheerders en bouwers met beschermende kleding op een egale scherpzandvlakte. Een spade in de aanslag. Voor een feestje. Want de start bouw van het nieuwe hoogspanningsstation in Zuid-Groningen mag gevierd worden. Hoog niveau werk. Een spannende onderneming. Een volgend station in de energietransitie. Dat er maar vele mogen volgen!
Vandaag kwam het bericht naar buiten over de aantallen verkeersslachtoffers van vorig jaar. 36 maal onnoemelijk leed voor veel-te-veel mensen. Naast de overledenen zijn daarnaast nog veel meer die als gevolg van een ongeluk blijvende (hersen)schade opliepen. We streven naar 0 verkeersslachtoffers. Dat moet het doel zijn. Hoe onhaalbaar het ook lijkt. Daarvoor worden fysieke ingrepen gedaan rond wegen en kruisingen, worden onveilige situaties aangepakt. En proberen we veilig gedrag te bevorderen.
Ik heb mijn zwager nooit gekend. Hij overleed 30 jaar geleden; lang voordat ik mijn vrouw leerde kennen. Als gevolg van een ongeluk. Een helm had zijn kansen een stuk groter gemaakt. Vandaag hebben we een actie gestart om het gebruik van fietshelmen te bevorderen. We kunnen er 1600 aanbieden met 25 euro korting bij fietsenwinkels door de hele provincie. (Zie daarvoor fietshelmgroningen.nl) Zet hem op!
Ik ga over alle dingen die met “vis” beginnen, aldus het DB-lid van Waterschap Noorderzijlvest tijdens het bezoek dat we als college brachten. Vismigratie, visliften, vistrappen. Collega Emmens vulde “visagie” aan. En zelf bedacht ik “visie” nadat hij de rationale achter alle invisteringen voor de biodiversiteit toelichtte.
Op de bovenste etage van de apenrots praatten de bestuurders van de Gasunie ons als college bij over hun bezigheden. De grote opgaven werden visueel gemaakt. En ons werd gewaarschuwd dat Nederland wellicht achter het net zou vissen als het over de infrastructuur gaat. Want wie slaapt vangt geen vis, en soms moet er boter bij.
Vanavond sta ik vis-a-vis leden van de ChristenUnie in Mussel. Als een vis in het water…
Een ratelend geluid deed besluiten toch eerst maar even bevriende professionele hulp in te schakelen, hoewel de motor keurig draaide, en daar niets mis leek. Nadat de monteur provisorisch de kachel had gerepareerd die de oorzaak van het ritmische getik bleek te zijn, adviseerde hij ook om de olie bij te vullen - voordat we écht problemen zouden krijgen.
Terwijl ik daar ‘s avonds mee bezig was, moest ik terugdenken aan het gesprek tijdens mijn portefeuilleoverleg. Ik leerde over de mogelijkheid van waterstofverbrandingsmotoren in treinen.
En de voors en de tegens. Wel zero-emissie wat betreft CO2, nèt niet helemaal qua stikstof en andere kleine deeltjes. En… ook daar zal af en toe iemand de olie bij moeten vullen om ratelende geluiden te voorkomen.
Slimme en groene mobiliteit als carrière. 15 zij-instromers ontvingen daartoe vandaag hun certificaat na een intensief traject van studie en stage. Een deel van hen was door werkgevers ook al afgeroomd voordat ze waren uitgestroomd: ze kregen eerder een contract dan een certificaat. Ze hebben geleerd hoe hun eigen talenten en de nieuw opgedane kennis in te zetten om de bereikbaarheid van de toekomst nu al vorm te geven. Dat komt goed van pas, bedacht ik mij tijdens hun presentaties.
De uren ervoor had ik mogen besteden aan haperende bouw, netten en wegen. Waar de doorstroming hapert. Deze cursisten wacht daarom veel belangrijk werk en daarmee een stralende toekomst. In de stromende zon.
Nadat ik de kids met mijn Golf had afgeleverd bij bushalte en school, startte mijn dag met een online overleg waarin de voorzitter ineens over een brainwave begon. Ik vroeg me af of en hoe dit naar hem gehersengolfd was. Want precies datzelfde niet-alledaagse woord had ik zelf kort daarvoor naar een andere collega geappt.
Verkeer en vervoer was het centrale thema van vandaag in woord en in daad. Met 6 verschillende vergaderlocaties (inclusief een achterbank) bewoog ik mij door Groningen en Drenthe. De dag golfde op en neer, kabbelend, en hier en daar professioneel kibbelend.
Het begin sloeg in, met een aangrijpende clip over verkeersveiligheid. Het einde greep aan met een gesprek over de impact op omwonenden van licht- en geluidsgolven van windturbines. (On)hoorbaar. (On)zichtbaar. (On)aanvaardbaar.
Vandaag werd de tijd stilgezet voor een spoeddebat. Het nieuws vanuit de Eerste Kamer waar ik gisteren over schreef stak bij een groot aantal Groningers en Statenleden. De SP riep via een motie op tot een politieke staking. Het vuur werd hoog opgestookt. De staken, hooivorken en toortsen werden politiek tevoorschijn getoverd.
Ik heb helemaal geen tijd en zin om te staken, was mijn eerste gedachte, kijkend naar mijn agenda de komende dagen met veel en waardevolle bijeenkomsten waar ik graag mijn tijd in wil steken. Ik raakte ook enigszins bezorgd dat de Staten zouden gaan staken voordat er tijd in bespreking van ons voorstel over de Spoorzone zou zijn gestoken.
De stemmen over de motie staakten niet en waren helder. Verworpen. Dus we gaan eerst langs reguliere wegen verder met ons werk voor Groningen. Uitstekend.
In de basis is het zo’n positieve samenstelling: levering en zekerheid. Vaak gaat het om energie. We zijn in Nederland zo goed als zeker dat er altijd water, stroom en gas onze huizen en bedrijven binnen stroomt. Netbeheerders pronken met veel negens voor en achter de komma.
Maar zeker In Groningen ligt het begrip zwaar op de lever. Jarenlang is het als excuus gebruikt voor winstmaximalisatie en inwonersminimalisatie bij de gaswinning. Leveringszekerheid als beweegreden om vooral veel gas te blijven winnen. De aankondiging van het stoppen van de gaswinning leverde enige zekerheid van de vermindering van leed. De parlementaire enquete voelde als een zekere gerechtigheid.
Maar die parlementaire enquete is inmiddels al een jaar oud, en de kabinetsreactie ook al bijna. Zo ver gaat de actieve herinnering van sommige Eerste Kamerleden niet, wordt weer pijnlijk duidelijk. Als het gisteren was gebeurd had ik het voor een hele slechte 1-aprilgrap gehouden. Helaas. De Haagse leveringszekerheid van deuken in het vertrouwen zou wel een stukje minder mogen.
De provincie is fier aandeelhouder van Enexis en een aantal aanverwante organisaties. In die rol van aandeelhouder vergaderde ik deze Witte Donderdag vanuit huis. Het kwam in vieren: twee vooroverleggen en twee aandeelshoudersoverleggen. Iets na vieren eindigde de laatste van deze vergaderingen al, waardoor ik ook thuis bij kon dragen aan het avondmaal voor ons - eh - vijven.
Pasen staat voor de deur. Het feest waarop ik vier - en met mij vele andere Christenen - dat de Here Jezus is opgestaan uit de dood, om daarmee Gods reddingsplan voor de wereld en de mensheid te vervullen. Vorig jaar is mijn vrouw op dat getuigenis tijdens het Paasfeest gedoopt. Pasen is ook het feest waarop zij en ik voor het eerst met elkaar in contact kwamen. Wij hebben dus veel te vieren. Dat wens ik u ook toe.
Het kon niet uitblijven. Tijdens het informele overleg - waar overigens gewoon afspraken gemaakt en vastgelegd werden - benoemde iemand dat we ons in een benen-op-tafel-omstandigheid bevonden. Ik moet tegenwoordig aanpoten om alle zogeheten BOT-sessies af te kunnen lopen. Iedereen gaat aan de loop met dit ultieme jargon. Vandaag had ik er 3. De eerste was in de auto. Waar überhaupt geen tafel was om willekeurig welk been op te leggen. Tijdens de laatste sessie bevond ik mij ook online. In mijn eigen woonkamer. Daar ben ik vaker bezig kinderen te manen de voeten van tafel te halen dan ze er zelf met gespreksgenoten op te leggen.
In al die jaren heb ik nog geen benen hoger dan heupen zien verschijnen tijdens deze vrijblijvende, informele, meningsvormende en/of opiniërende overleggen. Wat overigens ook hele gepaste termen voor deze oplopen zijn. Daarvoor staan de vergadertafels ook vaak veel te hoog op de poten vermoed ik. Ik vrees wel dat een volgende keer dat iemand over BOT-sessies begint, ik een keer de benen neem en weg been.
Ik heb me voorgenomen in deze periode zelf ook mijn auto niet nodeloos de stad in te sturen. Dus vanochtend vol goede moed op de trein gestapt en binnen no-time en een best wel fijne wandeling keurig op tijd op kantoor.
Vanmiddag kreeg ik de volledige beleving hoe het OV soms ook kan zijn. Nota bene op de dag dat hele mooie waarderingscijfers voor trein en bus naar buiten kwamen.
Ik schrijf dit staande bij de bushalte op Station Europapa(rk). Met een stuk of honderd anderen. Naast een bushokje met Hamsterééééén. Een knalgroene Groningen Bereikbaarsjaal om de nek. Wachtend op een bus die me naar Zuidbroek moet gaan brengen.
Ik moet eerlijk zeggen dat mijn eigen treinvervangend vervoer toch ook wel weer aantrekkelijk lijkt. Deze periode zou even doorbijten worden. Heb ik in heel wat microfoons verkondigd. Dus dat gaan we doen.
Jongste kind was vanmiddag aan het grasmaaien, toen ik vanaf mijn thuiswerkplek een bijzonder geluid waarnam. Een vlotte blik leerde dat kind okay was, en grasmaaier intact. Mijn eerste ingeving was “een kabel.” Maar dat zou bijzonder zijn. Onze grasmaaier is er een op accu. Het is echter een terugkerend fenomeen in de Hamsterfamilieapp dat er een foto van een doorgezaagde, doorgeknipte of doorgegrasmaaide kabel verschijnt. Het overkomt ons (en vooral de mannen) allemaal. Te vaak. Inmiddels dragen we het met enige trots onderling maar uit als iets dat je bij de familie doet horen. Het is maar een dun lijntje tussen handig en onhandig. Regelmatig is dat een kabel.
Vanwege de werkzaamheden aan de Ring - die dankzij uw en onze inspanning en voorbereiding overigens de hele dag online bleek te blijven - had ik besloten de volledige dag thuis te vergaderen. Maar de verbinding in Teams leverde blokkerig beeld, haperingen en andere uitval. Kloet’n in’t internet. Of het samenhangt weet ik niet, maar ook de provinciale website en netwerk kende vandaag storingen. Het is maar een dun lijntje tussen handig en onthand. Regelmatig is dat een kabel.
De zuidelijke ring wordt nu gedicht
Onafgebroken wordt er doorgewerkt
Want 2 september komt al snel in zicht
Dan is de weg verdiept, verfraaid, versterkt
Maar voordat dat moment gekomen is
Moet reisgedrag echt worden aangepast
Een operatie - en het mag niet mis
Want anders staat de stad in gridlock vast
Oh, eigenwijze automobilist
Die zinloos uren in de file lijdt
Terwijl je eigenlijk wel beter wist
En stilstaand hulpdienst’ in de wielen rijdt
Kom, help jezelf, de zorg, beweeg maar mee
Werk thuis, loop, fiets, mijd spits, pak het OV!
Zonneparken leveren spanning op. Dat is de bedoeling. Electriciteit opwekken. In de stroom van gesprekken vandaag kwam ook de spanning aan bod die ze ruimtelijk af en toe opleveren. Collega Schmaal en ik voeren in ontspannen sfeer een serie gesprekken met gemeenten over de inspanning voor goede inpassing in ons mooie landschap. Daarnaast vandaag met een RUG-onderzoeker die de spanning van positief en negatief effect van zonneweiden op de biodiversiteit onderzoekt.
In twee bijeenkomsten rond de Ring Zuid heerste ook een verwachtingsvolle spanning. Er is ontzettend veel tijd en aandacht in de voorbereiding van de operatie gestoken. Complimenten en dank. Het wordt spannend en even doorbijten. Maar we weten: Er schijnt licht aan het einde van de verdiepte ligging!
Pardon. Dit is het minst smaakvolle woord van de werkdag tot op heden. Er zijn in het klimaatakkoord afspraken gemaakt over vermindering van broeikasgassen. Niet alleen voor CO2, ook voor bijvoorbeeld lachgas en methaan (CH4). Alle sectoren dragen bij, en ook voor het klimaat wordt naar de landbouw gekeken. Want naast veel CO2-vastlegging in grassen en gewassen - wat heel positief is - wordt er door dieren helaas ook het nodige uitgestoten. Letterlijk. Door flatulent vee. Naast melk en mest leveren de magen van koeien ook het nodige methaan op. Om de planeet te koelen moeten we daarom ook de koeienscheten verminderen. Het meest simpel is dat door minder dieren te houden. Maar we proberen ook creatief te kijken. Bijvoorbeeld met voer- en stalaanpassingen. Want ook de Groningse koeien moeten van het gas af. In beleidstermen: werken aan het verminderen van CH4-pensfermentatie.
Tot in de puntjes. Op de i. En de j. En zonodig op de ü. Zo worden mijn bestuurlijke overleggen voorbereid. Deze “BO’s” zijn nooit een vrije kür, maar strak geregisseerd. Regelmatig vinden er daarom ook vooroverleggen plaats. Die uiteraard ook weer voorbereid worden. Morgen spreek ik een buurgedeputeerde. We moeten het regionaal vooroverleg van maandag, voor het BO met minister Jetten volgende week woensdag, voorbespreken. De afgelopen dagen was er contact met een Groningse wethouder en een Friese burgemeester. De minister belde gisteren zelf ook al even om te kijken hoe de vlag er überhaupt bij hangt. Dat voordat ik met een groep van zijn hoge ambtenaren mocht (voor)overleggen. Dit doen we om te zorgen dat de formele vergadering geen (onbedoelde) verrassingen kent, uit respect en voor het beste resultaat.
Had ik al verteld dat het BO volgende week woensdag een informatief karakter kent en voorbereidend is voor besluitvorming hopelijk ergens dit najaar? Gelukkig ben ik altijd in voor overleg. Dat gebeurt niet voor de bühne.
Mand! Klinkt het af en toe als ik weer teveel wollige tekst nodig heb om iets toe te lichten. Het is een verwijzing naar een filmpje van een antiek-liefhebber die probeerde een stuk Delfts blauw te presenteren en door de interviewer uitgedaagd werd het steeds korter te doen en uiteindelijk enkel nog “Mand” uitriep.
Vandaag ging het ook over een mand. Een mand vol problemen. Een samenraapsel van zaken die afzonderlijk ingewikkeld op te lossen bleken. Omdat in losse gevallen telkens 1 partij (het grootste deel van) de rekening moest betalen. In een totaalbeeld met plussen en minnen zou het wel tot overeenstemming kunnen leiden. Het onderzoeken waard. Afgewogen in een totaalpakket zijn zaken makkelijker te dragen. Dat kan korter: Mand.
Ik ben nog lang niet jarig. Dat was ik namelijk begin vorige week. Wij zijn ook nog lang niet jarig als we niet snel met de wateropgaven aan de gang gaan. Vandaag sprak ik op uitnodiging van I&W en de Deltacommissaris informeel over de opgaven rondom waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en waterkwaliteit. Over verbinding en urgentie. Vooral in de samenhang met vele andere ook belangrijke zaken die aandacht, tijd, geld en ruimte vragen. Ik denk dat veel mensen onderschatten hoezeer water de komende jaren impact kan en gaat hebben op de ruimtelijke ordening en economie.
Vandaag is het een jaar geleden dat de verkiezingen voor Provinciale Staten en de Waterschappen waren. De samenstellingen van de besturen zijn gewijzigd. De opgaven zijn niet minder geworden. Het klimaat verandert. Binnen en buiten. Dat geeft urgentie. Voor je het weet is er weer een jaar voorbij.
Ik heb geen loopbaan, maar zittend werk. 14 uur zitten op een dag met slechts een enkele beweging tussen vergaderzalen en vervoer is niet ongebruikelijk. Dus als het even kan pak ik trappen mee als ik een keer tussen twee bijeenkomsten van locatie mag wisselen. Vandaag is daarvoor een goede dag. Het provinciehuis (eerste verdieping), het gemeentehuis van Groningen (tweede verdieping) en Groningen Bereikbaar (derde verdieping) hadden mij al de nodige traptreden opgeleverd. Vanavond kon ik mijn lol helemaal op. Tijdens de opening van de eerste zero-emissie mouterij ter wereld. In de Eemshaven, logischerwijs.
Een prachtig voorbeeld hoe de lopende banden in onze provincie ook bijdragen aan een langere leefbare looptijd voor onze aarde. Tijdens de rondleiding die volgde op de officiële opening waar ik mocht optreden werden de gasten eerst naar de tiende verdieping gebracht met de lift. Vervolgens mochten we zeker 20 trappen aflopen langs verschillende haltes van het inmiddels emissievrije moutproces. Ik hoop nog veel van dit soort interessante voorbeelden te mogen betreden tijdens mijn, eh, werkzame leven.
Mijn passen passen niet meer. Mijn telefoonhoesje is vol. De laatste aanwinst is eentje van de lokale bakker. En als goed opgevoede Nederlander spaar ik uiteraard punten, daar waar mogelijk. Ik heb de nodige passen inmiddels in een app kunnen verzamelen, maar bijvoorbeeld mijn toegangspas voor het provinciehuis, de bieb-pas en mijn Oldambt-pas passen daar niet in.
Ik hoorde opnieuw het verhaal van een inwoner van onze provincie met een licht verstandelijke beperking die voor alle vervoersmiddelen en -ondersteuning inmiddels 7 passen had verzameld. Het is al te veel als het er 3 of 4 zouden zijn, laat staan 7.
Vandaag sprak ik samen met mijn medebestuursleden van het OV-bureau met het bestuur van Publiek Vervoer (verantwoordelijk voor o.a. het wmo- en leerlingenvervoer) om stappen te verkennen om mobiliteit voor onze inwoners zorgelozer te maken. Want een passende oplossing laten passeren, daar passen we voor.
Schaapachtig keek een jonge Hamster mij aan toen ik hem confronteerde met een legere snoepdoos dan waar toestemming voor verkregen was. Dit keer geen bolle wangen (zie 17-01: “kiespijn”) daarvoor was ik waarschijnlijk te laat. Maar wel een bekende blik, in het bijzonder vandaag. Als vader ben ik inmiddels redelijk door de wol geverfd. Als herder wat minder. Dat bleek tijdens een teambuildingsactiviteit als afsluiting van onze heisessie.
Er gaan veel makke schapen in een hok. Ze in dat hok te krijgen bleek - ook als team - geen sinecure. Gelukkig ging het de afgelopen twee dagen ook over onze reguliere onderwerpen en hebben wij andere deskundigheid dan schapen alleen, want puur als herders krijgen we ze niet op het droge vrees ik.
We hebben een heisessie als college. Eerst in Delfzijl en daarna hartje Appingedam. Weinig hei. Veel sessie. Ik merkte vanochtend tijdens ons werkbezoek aan Chemport dat mijn scheikundige kennis behoorlijk is weggezakt sinds ik het Ubbo Emmius verliet. De “simpele” electrolysereactie van 2 H20 (water) naar 2H2 (waterstof) en O2 (zuurstof) lukt nog wel. De vorming van aromatische verbindingen door het verwerken van oude autobanden ging mij mijn pet iets te boven. Ik kon me de term vaag nog herinneren. Vanmiddag kwam ook de scheikunde verder aan bod met het gesprek over elektronen en moleculen in onze energievoorziening.
De dag kwam helemaal mooi rond door de heerlijke Appingedamse verbindingen van ingrediënten die heerlijke aroma’s opleverden. Overigens legde ik de verbinding niet automatisch, maar aromaverbindingen zijn blijkbaar wat anders dan aromatische verbindingen. Het wordt tijd voor een opfriscursus scheikunde.
Ik weet niet of u het wist, maar Groningen ligt aan het IJsselmeer. Niet geografisch, maar aan de tap. Via onder andere Lemmer, het Prinses Margrietkanaal en een aantal meren komt het bij Gaarkeuken in onze provincie aan, waar het zonodig nog wordt doorgepompt richting Westerwolde en de Veenkoloniën, om daar de watergangen te voeden.
Vandaag Bestuurlijk-platformde ik met ongeveer 30 anderen over, in en aan het IJsselmeergebied. In Lelystad ondertekenden we een samenwerking voor de komende jaren, om te zorgen dat we alle belangen goed blijven zoeken en afwegen. Het Groninger belang is vooral: een buffer met voldoende zoetwater, voor mens, natuur en agrarische en industriële ondernemers.
Het is daarom ook in Groningen zaak om alles aan het IJsselmeer - ons blauwe hart - te laten kloppen.
De zuidelijke ringweg nadert zijn voltooiing. Straks “nog even” vijf maanden de auto laten staan (zeker in de spits!) en we toeren door de verdiepte ligging, met grond boven ons.
We zitten in het bovengronds verzet. Ons prachtige Groninger landschap is waardevol. Ruimte is schaars. De noodzakelijke energietransitie en -zekerheid doet daar een stevig beroep op. We willen de installaties zo mooi als mogelijk ingepast of nog beter, als het kan ondergronds. Voor windmolens is dat natuurlijk wat ingewikkeld, dus die willen we nu maximaal 20 meter hoog op land. Voor kabels en (hoogspannings)leidingen is dat wel deels een optie. Ons electriciteitsnet vraagt snel uitbreiding en verbetering. Daarom vandaag met Tennet en het ministerie van EZK in gesprek hoe we dit mogelijk maken. Grondig.
Woensdagen zijn dagen voor Provinciale Staten, commissies en wandelgangen. Daarin ging het - net als de hele afgelopen week - over het prachtige Groninger (export)product: de eierbal. Dit nadat we als GS besloten op basis van ons economisch beleid subsidie toe te zeggen aan een bedrijf dat er nu veel meer kan gaan maken. Het is een onderwerp dat tot de verbeelding spreekt en iedereen heeft er meteen een mening over. Tot het volgende onderwerp zich aandient. Bijvoorbeeld de wolf, of de prijs van [vul hier iets willekeurigs in]. Ook kernenergie is zo’n eierbal.
Vanochtend begon voor mij al vroeg met een optreden op Radio Noord. Dit naar aanleiding van een motie in de Tweede Kamer over meer kerncentrales. Meteen bedacht RTV Noord dat het slim was om dit aan de Eemshaven te koppelen, met meer en minder enthousiaste en/of genuanceerde reacties van regionale politici tot gevolg. Het is niet zo maar een eierbal, het is een hete eierbal. Die blijft nog wel een tijdje nagloeien.
Dinsdagen zijn collegedagen. Niet alleen bij de provincie Groningen, maar in nagenoeg alle gemeenten en provincies. Burgemeesters en wethouders; commissarissen van de Koning en gedeputeerden komen samen om besluiten te nemen. Wij doen dat regelmatig op locatie. Vandaag sloten we onze ronde langs B&W’s af in Stadskanaal, dus terug naar waar ‘t voor mij begon. Dat begin werd nog scherper benadrukt. Door efficiënt vergaderen ontstond zowaar ruimte om koffie en herinneringen op te halen bij de man die mij een kwart eeuw geleden uitnodigde voor de politiek en mijn eerste fractievergadering (die overigens ook nagenoeg altijd op dinsdag zijn.) Jitze bedankt.
En oh ja, dat het bijna dagelijks over een Begun gaat. Al dan niet Nij. Dat zal geen verrassing zijn.
Maandagen zijn dagen die vooral in het teken staan van interne overleggen. Mijn agendaoverleg om de week planningstechnisch door te nemen en soms een beetje vooruit te kijken. Mijn portefeuilleoverleg (PO) waarin elke week de lopende zaken worden besproken, besloten of voorbereid voor bespreking in GS. En het fenomeen, dat PBO genoemd wordt.
Het format bestaat uit bestuurders (2 of 3), die in sneltreinvaart (5 tot 20 minuten) bijgepraat worden of (voor)besluiten nemen op onderwerpen die meerdere portefeuilles raken. In een doorlopende online vergadering waarin bestuurders en ambtenaren in- en afhaken voor hun onderwerpen. In 1,5 uur tijd had ik vanochtend 5 overleggen, collega Emmens zelfs 8, in 4 zaten we samen.
En eerlijk gezegd is de afkorting voor deze besluitenfabriek mij na 2 jaren nog steeds niet helemaal helder. Ik vermoed een samenstelling van de P van “portefeuille”, de B van “bestuurders” en de O van “overleg”, maar dan kom je niet echt tot een logische volgorde. Maar misschien is het iets veel fantasierijkers, waarbij in dit Prioritaire Besluitvormende Orgaan Praters en Beslissers Oplopen en de Province Becomes One voor Prachtige Baanbrekende Ondernemingen en Pientere Belangwekkende Oplossingen. PBO is hoe dan ook een BF.
Ik bin ‘n Knoalster. Geboren en getogen. Mor sinds een poar joar bink ’n Scheemter wordn. Huil mien leven heb’k in de pervencie woont. Mien voader proat plat Grunnigs. Mor mien moeke is ain Fraissin, kin zai ook nait helpen. Mor het et nait veul gouds doan aan mien Grunnigs. Thoes wer ABN proat. Et begroot mie wel dak et nait zo goud proaten en schrieven kin. Verstoan douk et best goud. Kin ook nait aans. Als politicus most goud luustern kin’n noar wat alle luu kwiet willen.
Vandoage begunt Meertmoand. Nait zo mor een moand. Meertmoand is dialectmoand. Ik vin ook huil belangriek dat de Grunniger toal en de cultuur bestoan blift. Dizze moand wordt er weer veul aandacht aan besteed. De pervencioale stoatn proaten ook (as dat kinn) plat. Doun joe ook mit?
“Wat heb je een mooi pak aan.” Ik schrok er bijna van; mijn pas schrikkelde een beetje. Ik haastte mij een volle vergaderzaal binnen, waar de programmaleider verkeersveiligheid mij zo begroette. Het is complimentendag en hij maakte er werk van.
Complimenten uitdelen en krijgen zit niet echt in onze Groninger nait-soezen cultuur.
Bij pluimen denk ik normaal gesproken dan ook eerder aan de pluim die extreme weersvoorspellingen in beeld brengt en het uitzicht van “bijna thuis” als de pluim van de centrale in de Eemshaven weer in beeld komt. Zoals bijvoorbeeld vandaag na een overleg met de andere provincies in Utrecht. Aan beide pluimen probeer ik - ook daar - te werken: een schoorsteenloze industrie en energievoorziening, en (ook daarmee) vermindering van CO2-uitstoot en het klimaatbestendig maken van onze provincie. Ik hoop dat we daar de volgende schrikkeldag ook complimenten over krijgen.
Veen had waarde. Vroeger. In gedroogde vorm vormde de turf waardevolle grondstof. De eerste energievorm die de rest van Nederland verwarmde. Het heeft de stad veel rijkdom gebracht, maakte Gasselternijveen tot de vierde zeehaven van Nederland en heeft grote delen van onze provincie gevormd. Sociaal en economisch.
In de gebieden waar het veen niet is afgegraven ontstaat er nieuwe kans op verwaarding. Maar vooral door het veen juist zoveel als mogelijk in de grond te laten zitten. Uit de veenweidegebieden ontsnapt namelijk CO2. Dat is een natuurlijk proces. Dat kan voorkomen worden door het waterpeil omhoog te brengen. Dan blijft de CO2 “gevangen” in de grond. Door de peilverhoging wordt de grond helaas agrarisch minder goed bruikbaar, en verliest het dus waarde. In Friesland wordt een proef gedaan om te compenseren voor dat waardeverlies met verhandelbare CO2-certificaten, het steeds schaarsere goed dat industriebedrijven moeten aanschaffen om te mogen uitstoten.
Het veenkoloniale gebied was voor mij al van onschatbare waarde, door talloze mensen en herinneringen. Veenweidegebieden krijgen nu ook de kans dat voor de toekomst voor veel andere mensen te blijven en te worden. Onbetaalbaar.
De grasmat in de Euroborg. Ons uitzicht tijdens de collegevergadering, het gesprek met Stichting FC Groningen in de Maatschappij, en tijdens de lunch. Gedurende ons hele verblijf was een medewerker bezig op een traktor om de mat te verticuteren. Het veld was zijn domein. Het territorium voor de verticutator. Dat woord is een samentrekking van “vertical cuts”. Verticaal snijden.
Vandaag en morgen doorsnijd ik Niedersachsen tweemaal een stukje verticaal, vanwege een grensoverschrijdend waterstofcongres in Aurich. Vanavond mocht ik in een keynote het onderwerp waterstof in de energietransitie aansnijden. Morgenvroeg in een panel nog over de samenwerking, voor zover dat gras dan nog niet voor mijn voeten is weggemaaid.
In de zorg worden 7 leefgebieden onderscheiden, waarop mensen soms ondersteuning nodig hebben en kracht gevonden en versterkt kan worden. Lichamelijke en psychische gezondheid, wonen, financiën, sociale relaties, werk & activiteiten en… Zingeving. Tijdens mijn studie werd gesproken over het “Z-woord”. Het niet te vermijden onderwerp, waarvoor veel mensen zich op de filosofie werpen, terwijl de studie toch vooral een breed spectrum van geschiedenis, theorie en praktijk van de filosofie wil onderwijzen. Filosoferen is juist de kunst van het bevragen van de antwoorden, in plaats van vice versa.
De afgelopen week heb ik (deels) zinnig besteed aan het nemen van ruimte en rust op Schiermonnikoog. Tijd voor wandelen, denken, lezen en bidden. Dat levert nieuwe energie op en tegelijkertijd bevalt die rust zo goed, dat het ook nog wel even langer had mogen duren… Maar om weer wat zinnige en onzinnige zinnen te schrijven? Daar heb ik wel weer zin in!
Voorjaarsreces
Ik vroeg vanochtend een ondernemer in kleine windmolens tijdens een mooi informatief werkbezoek wat zijn doel was. Het eerste wat hij teruggaf was “70 gezinnen van inkomen voorzien”. Hij had natuurlijk ook heel logisch zaken over zijn bedrijfsvoering en energie kunnen prioriteren, maar zijn eerste aandacht lag bij zijn werknemers. Mooi dat hij die gezindheid heeft.
Een groot deel van de dag was ik op pad met een Tweede Kamerfractie om ze het verhaal van en voor Groningen te vertellen, in de hoop dat ze goed gezind teruggaan, met verse en scherpe ideeën over Deltaplan, Mobiliteit, Energietransitie en Toekomst. Tussen al het gezend door, was er gelukkig ook tijd om te luisteren en te spreken. Dat is wel zo gezond.
Dit blog heet Woord van de Werkdag. Werkdagen heb ik komende week niet. Ik ga gezinnen. Fijne voorjaarsvakantie!
Ik ben vandaag moeder genoemd. Dat gebeurt me niet vaak. Dat zult u begrijpen. Ik was met mijn collega dagelijks-bestuursleden op werkbezoek bij het OV-bureau. Het is een gemeenschappelijke regeling van de provincie Drenthe, de gemeente Groningen en de provincie Groningen. Deze worden de “moederorganisaties” genoemd, en vandaag werden wij, de drie (mannelijke) bestuursleden, dus als moeders verwelkomd om kennis te maken met de medewerkers en te horen wat hen beweegt. Bussen uiteraard. Maar daarvoor en daarnaast ook maatschappelijke betrokkenheid. Het is prachtig om te zien hoeveel energie, enthousiasme en deskundigheid er bij de medewerkers van het OV-bureau is om het openbaar vervoer naar een hoger niveau te brengen. Qua beleving, qua comfort en gemak, qua alles. Hier typt een trotse moeder.
Verliefd. Verkeer op de Ring. Realtime en met voorspellende software. Ik ben dol op dat soort gadgets en slimmigheden. Vandaag mocht ik op werkbezoek bij Groningen Bereikbaar meemaken hoe de stromen door en langs de stad worden geleid.
Verloofd. Dat moet het volgende doel zijn na een eerdere intentieverklaring. Het was de conclusie van een vergadering die ik op deze Valentijnsdag afsloot met “heren, we hebben verkering”.
Getrouwd. Met de allerliefste, dus tussen twee overleggen op jacht naar chocola voor de vrouw met wie ik deze avond en de rest van mijn leven wil verkeren.
“Ieder mens ontploft op zijn eigen manier.” Aldus de commissaris nadat ik in een overleg mijn ongenoegen over een ontwikkeling had proberen te verwoorden. Ik ben niet snel van m’n koel af, maar soms gebeurt het. Gelukkig koel ik vervolgens vaak snel weer af.
Afkoelen is komende zomer ook weer goed mogelijk. We hebben namelijk de zwemwateren weer aangewezen vandaag. 49 locaties in onze provincie waar vanaf 1 mei weer geplonsd kan worden. Waaronder Moekesgat, Botjesbaai en uiteraard de coole psst psst Hoornseplas.
Voorzien Onvoorzien. Een serieuze stelpost in de begroting van veel van de grote projecten waar de provincie aan werkt. Bijna alle projecten, en zeker de langdurige en complexe, kennen onzekerheden. Dus wordt een buffer in de begroting ingebouwd om zeker te weten dat er voldoende geld is om een project af te ronden. Voorzien onvoorzien is niet te verwarren met onvoorzien onvoorzien. In die laatste categorie vallen bijvoorbeeld extra kosten door de corona-epidemie en de Oekraïne-oorlog. Dat soort risico’s is logischerwijs moeilijk te voorzien (of te begroten) en vragen daarom vaak om gesprekken en/of extra geld buiten een begroting om.
Het wordt vaak afzien, als je er niet op ziet om te voorzien in onvoorziene ontwikkelingen. Dan blijft slechts het hopen op de voorzienigheid.
Als trotse eigenaar van 4 leghornkippen weet ik dat het voor ons begon met eieren. Vervolgens kippen. En nu dagelijks eieren. Vandaag kwamen er twee kip-ei-discussies rondom energie voorbij. En op beiden is het antwoord: iemand moet een stap vooruit zetten. En dat is niet altijd appeltje-eitje.
Mogelijke producenten van waterstof wachten op afnemers, en bedrijven wachten met ombouw tot ze genoeg zekerheid hebben van een stabiele stroom van betaalbare waterstof. Met de aanleg van warmtenetten hetzelfde: gebruikers zullen zich vaak pas melden als het er ligt en zeker werkt. Dus moet de overheid keuzes maken en risico gaan dragen.
Is het u al opgevallen dat het eigenlijk altijd een kip-ei discussie is, en eigenlijk niemand het ooit over een ei-kip-discussie heeft? Dat geeft toch het idee dat er altijd een antwoord is. Maar daar moet ik nog even op broeden.
Groen-zwart kleurt mijn dag vandaag. Het prachtige shirt waarin FC Groningen de beker won gaat vanavond weer hoopvol aan. En zwarte cijfers schrijven met groene investeringen, was een belangrijk thema op de aandeelhoudersvergadering van Enexis. De winstuitkeringen maken een procent of 5 uit van de totale provinciale inkomsten. Dik twee keer zoveel centen krijgen we uit de provinciale belastingen. Opcenten. Een tariefsopslag op de motorrijtuigenbelastingen. Jarenlang was Groningen landelijk koploper in deze tarieven en betaalden onze inwoners het meeste. Onze coalitie heeft afgesproken deze bestuursperiode de centen niet verder te oppen en vandaag was in het nieuws dat we niet langer van de topcenten zijn. Laten we kampioen zijn in de juiste dingen.
20-19, 22-17, 27-12, 14-25, 39-0. Diverse uitslagen over een amendement, 3 moties en een Statenvoorstel tijdens het cultuurdebat.
We leven in een representatieve democratie. Dat betekent dat - als het goed is - de diversiteit en de veelkleurigheid van onze samenleving door ons stemgedrag zichtbaar wordt in volksvertegenwoordigingen. Vandaag bleek in onze Provinciale Staten dat dat werkt.
In twee maidenspeeches lieten nieuwe Statenleden iets van zichzelf zien, waar ze vandaan kwamen en hoe ze in het leven en tegenover cultuurbeleid staan. En het waren beide mooie persoonlijke en inhoudelijk constructieve toespraken. En ze verschilden als dag en nacht. De diverse Statenleden denken divers over diversiteit. Gelukkig wordt er wel eensgezind gedacht over en gehandeld volgens onze eigen cultuur van een respectvol en inhoudelijk debat over de verschillen. En dat kan zomaar uitmonden in divers stemgedrag.
Een vrijliggend fietspad tussen Oldehove en Wehe-den Hoorn. Daartoe hebben we in het college vandaag de wat ons betreft beste en meest veilige route vastgesteld, na een uitgebreid proces van onderzoek en inspraak. Nu gaan we verder de uitvoering in en met een beetje mazzel wordt er over twee jaar doorgefietst. De vraag na vandaag is of er ook doorgeformeerd wordt, nu de voorkeursvariant van een aantal partijen en veel stemmers op tegenwind stuit. Doortrappen naar Den Hoorn of Bordestrappen in Den Haag. Ik ben benieuwd wat we eerder gaan zien. Mijn voorkeur is zo snel mogelijk een stevig missionair kabinet om zaken voor Groningen mee te kunnen doen. Ik weet niet of die variant nog op tafel ligt.
Voorlopig de laatste dag om vrachtwagens vol suikerbieten te zien rijden in onze provincie. De campagne komt tot een eind. Het zijn van die zekerheden in onze regio: de aardappels, de bieten. Als ik zo’n dikke bak met biet’n zie rijden denk ik regelmatig: Er gaat niets boven Groningen. Die campagnes kennen een begin en een eind. En een terugkerend ritme. Politiek kennen we ook campagnes. Vroeger kenden die ook een begin en een eind. Tegenwoordig lijken we in een continue campagne terecht gekomen te zijn: we hebben in ieder geval 4 verkiezingen in 14 maanden tijd, en het valt ook niet uit te sluiten dat we binnen korte tijd ook opnieuw Tweede Kamerverkiezingen gaan meemaken. Afgelopen week was een serieuze overweging of we een lobbytekst voor de informateur moesten schrijven of alvast voor nieuwe verkiezingsprogramma’s. Gelukkig ben je in Groningen, en ken je het antwoord: we gaan voor bakk’n met inhoud.
Vandaag had ik een agrarisch ondernemer aan mijn bureau. Hij heeft de nodige bezittingen langs een spoor. Enige tijd geleden is bij hem een overweg verwijderd, en vervangen door twee korte routes over wegen. Met die uitkomst is hij overwegend tevreden. Maar hij blijkt na ruim 10 jaar gesprekken met Prorail, gemeente en provincie een ware deskundige op het gebied van de kruisingen met een spoor, met ideeën die hij mij graag liet overwegen. We leken goed met elkaar overweg te kunnen, dus wellicht dat onze paden elkaar nogmaals kruisen.
Het voelt als een tegenstelling. Wat gaan we doen: uitvoeren of overleggen. Het laatste bleek het geval, maar dan wel over het eerste. Hoe staat het er mee, en hoe gaan we het verder doen. De Uitvoering van de klimaatwet in dit geval, en specifiek rondom mobiliteit. Namens het Interprovinciaal Overleg mag ik aansluiten bij dit overleg tussen overheden, maatschappelijke organisaties en branchepartijen. Ik reisde met een deels door fossiele brandstof aangedreven auto naar een mooi conferentiecentrum in Den Haag, om onder andere minder autorijden en voorkomen van klimaat- en vervoersarmoede te bepleiten. Dat overleggen komt wel goed. De uitvoering verdient nog wat aandacht.
Haaks op de wind naar het verzamelpunt lopen. Dat is de instructie die geldt op het Chemiepark Delfzijl, bij een calamiteit. Daar moest ik even over nadenken. Het komt er dus op neer dat je de wind zoveel mogelijk in je zij moet hebben. Mijn eerste gedachte stond daar haaks op: met de wind meelopen, maar dan is de kans dat je keurig met een onveilige wolk meeloopt.
Om het park op te mogen moest ik een veiligheidsinstructie bekijken en een testje doen. Altijd de trapleuning vasthouden wordt daarin ook bevolen, want wat blijkt: het zijn veel vaker de simpele dingen die onveilige situaties opleveren dan een calamiteit. In het overleg met de Fietsersbond ging het ook over simpele en logische zaken die veel extra slachtoffers zouden kunnen voorkomen: je aan de snelheid houden. Je aandacht bij het verkeer houden (en niet op de smartphone). De ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers staat haaks op onze wens en moet ook snel weer ombuigen. Laten we beginnen met de simpele zaken.
Financiën, Ruimtelijke ordening, Internationalisering en Sport. Kortweg: F.R.I.S., zo vatte collega Schmaal zijn portefeuille samen op bezoek bij het college van Pekela. Mooie vondst. Pekela is en wordt ook opgefrist. Bij binnenkomst valt meteen op hoe mooi het centrum van Oude Pekela er bij ligt, na een aantal stevige gezamenlijke investeringen. De plannen voor Nieuwe Pekela zijn in ontwikkeling. En het ging vandaag uiteraard ook over het thema dat Pekela al tijden bezig houdt: het financieel verantwoord opfrissen van het bruggenbestand.
Ik ben nu wel hard aan het puzzelen of ik van Energie, Klimaat, Mobiliteit/Bereikbaarheid & Infrastructuur en Water ook een mooie anagram kan maken. KWEM klinkt niet echt lekker. MOENWAK misschien? Frisse suggesties zijn welkom.
Een windmolen is een behoorlijk obstakel. Moeilijk te missen. Zou je zeggen. Dat is misschien overdag zo. ‘s Nachts vallen ze minder op. Luchtvaartregels schrijven voor dat objecten hoger dan 150 meter verlicht worden, zodat ze ‘s nachts ook door vliegtuigen niet en daardoor wel gemist worden. Maar die verlichting is een behoorlijk obstakel voor het draagvlak van omwonenden. Dus proberen we windmoleneigenaren te bewegen de verlichting zo veel mogelijk te beperken. Dat kan bijvoorbeeld door naderingsdetectie - dan gaan ze alleen aan als er een luchtvaartuig in de buurt komt. Dat kost wat geld, en daar geven wij een behoorlijke subsidie voor. Daar wordt tot op heden te weinig gebruik van gemaakt. Vandaar dat ik vanaf vandaag alle windmolenparkondernemers opbel om ze te bewegen de investering voor omwonenden wel te doen. Hopend op (minder) verlichting.
“Het wereldrecord hoogspringen is nog nooit verbroken door de lat lager te leggen,” was de prachtige quote van een waterstoftankstationondernemer - dat had ook woord van de dag kunnen worden - tijdens een bijeenkomst in de Eemshaven vandaag. Daar hebben we aan de hoogste ambtenaren van vier ministeries ons plan voor toekomstbestendige energie en economie gepresenteerd. Daarvoor is de aanlanding nodig (zie o.a. 18-01: Moonshot).
Onze lat als overheden is de brede welvaart van alle inwoners. Maar op dit moment hebben we moeite om überhaupt over het niveau van bestaanszekerheid voor iedere inwoner te komen. De lat moet omhoog: en daarvoor ook de concrete focus van vandaag: warmte en energie voor Groningers. Inwoners en ondernemers.
De hoogspringinstallatie staat: De staanders worden gesteund door overheden, ondernemers en onderwijs. De dragers zijn onze inwoners en de ruimte. We hebben elkaar nu nodig om over de lat te springen.
Ik heb ooit gehoord dat iemand de rol van gedeputeerde omschreef als die van een zelfstandige boven de organisatie. Dat klinkt best eenzaam. Ik ben meer van het teamgevoel. Het college van GS is voor velen de meest zichtbare eenheid waar ik deel van ben.
Er zijn in totaal bijna 1000 mensen die voor mijn grootste club, de provincie, werken. Om daarbinnen beleid te ontwikkelen en de verbinding goed te leggen tussen bestuur, organisatie en uitvoering is er mijn wekelijkse Portefeuille Overleg. Vanochtend waren we de hei op met deze krachtige groep. Dat bestaat uit een voorzitter, secretariële ondersteuning en onder andere de domein- en teamleiders van mijn portefeuilleonderdelen. En last and most: de groep die “team Hamster” heet, het onovertroffen trio dat mijn dagelijks werk mogelijk maakt en ondersteunt: van bestuursadviseur, communicatieadviseur en supersecretaresse. Besturen is teamwerk. Dank, collega’s!
Jocelyn. Na Gerrit, Henk en Isha al weer de vierde serieuze storm in een maand tijd en de tweede deze week. Terwijl windkracht 6 rondblies, bevond ik mij ook in Topweer. De vergaderzalen op het provinciehuis dragen de namen van gehuchten in onze provincie. Vandaag vergaderde ik onder andere in Foxham en Okswerd. Maar ik begon de dag met een wandeling naar de 6e verdieping. Daar is een grote zaal die de naam van dit gehucht vlak bij Opende aan de Friese grens draagt. Daar werd de 1e verjaardag van onze fietscommunity gevierd. Als provincie proberen we bij te dragen aan allerlei initiatieven die het fietsen stimuleren. Ook dit: top weer!
We zijn in een winning mood vandaag. Spreidingswet. Kort geding over maximumopvang in Ter Apel. Middelen voor aanpak flessenhals Meppel-Zwolle.
Als college van GS bezoeken we alle colleges van B&W in onze provincie. Vandaag waren we te gast bij Midden-Groningen. Daar ging het ook over winning. Van gas en zout. Uiteraard. Maar hier werd niet alleen maar gewonnen. Er waren ook verliezers. De gaswinning heeft 1958 pagina’s parlementair rapport en ontelbare pijnlijke verhalen opgeleverd. Als bestuur in Groningen willen we bij zaken die vanuit onze provincie voor enkelen, Nederland of de rest van Europa bijdragen aan winst, de Groningers op z’n minst meeprofiteren. Dat is een les van de gaswinning, en ook van een groot deel van de energietransitie tot op heden. Dus ja er mogen winnaars zijn, als heel Groningen dat maar wordt en individuele verliezen op z’n minst gecompenseerd worden. Winning mood is mooi. Wij gaan voor een win-winning mood.
Er zijn veel verschillende bestuurders. Heel veel verschillende mensen, karakters en bestuursstijlen. Machiavelli beschreef in de 15e eeuw al hoe je als bestuurder succesvol kon zijn. Het is niet verwonderlijk dat hij een half millennium later nog steeds tot de verbeelding blijft spreken. Even los van zijn ook zeker voor die tijd zeer pragmatisch-realistische tips die hem - al dan niet terecht - een “-isme” achter zijn naam opleverden, is het vooral nog steeds opmerkelijk hoe glashelder zijn communicatie was. Democratiserend en gericht op stabiliteit voor zijn door oorlog- en verschrikkingen omgeven stadstaat.
De Nederlandse stichting die zijn naam draagt reikt een jaarlijkse prijs uit aan een bestuurder die er ook in slaagt opmerkelijk, verbindend en helder te communiceren. Dit jaar gaat die prijs naar Jaap Velema, een Oost-Groninger die gedreven door oprechte betrokkenheid tegen stromen in door blijft roeien naar zijn doelen. Mooi.
Groningen heeft behoefte aan een nieuwe spits. Voor de balans is dat bittere noodzaak. Snelheid en doelgerichtheid kunnen een impuls gebruiken. Een goed getimede transfer kan echt bijdragen aan betere resultaten. Met name op dinsdag en donderdag.
Het zou ons allemaal helpen als mensen die niet per se hoeven, hun reis uit zouden stellen uit de spitsmomenten. Helpen qua organisatie, qua infrastructuur en qua geld, want al die medewerkers, wegen, bussen en treinen moeten tegelijk beschikbaar zijn. De afgelopen tijd draait de trend echter om: we verspitsen. Het is nu soms al een probleem; als de Ring Zuid vanaf eind maart 5 maanden dichtgaat dreigt een drama: dat bijvoorbeeld zorgbehoevenden en zorgmedewerkers niet de stad in komen. Vandaar dat we nu al afspraken met bedrijven en scholen aan het maken zijn over andere aanvangstijden, thuiswerken en alles dat helpt. Die topspits gaat er komen!
Zeggen waar je naartoe wilt, zonder dat je precies weet hoe. Unieke routes, onontgonnen terrein, moeilijke technische uitdagingen.
Vandaag voer ik in Den Haag series van gesprekken op 3 ministeries over tal van zaken, maar dé aanlanding is vast onderwerp. Het zorgen dat de windmolenparken die op zee verschijnen hun energie in de Eemshaven kwijt kunnen. In de vorm van waterstof geproduceerd op zee, of als elektriciteit door een kabel - die door, langs of onder de Waddenzee door moet. Dat is ons door het kabinet ook beloofd: een derde van de op zee opgewekte energie van Nederland, om Groningen en Drenthe van duurzame energie te voorzien om onze industrie te behouden, te versterken en te verduurzamen. Een kleine stap in de energietransitie maar een grote sprong voor Groningen.
Aan de overkant van de keukentafel zit een jonge Hamster met watten in de wangen na te genieten van een tandartsbezoekje. Nu staan hamsters wel bekend om bolle wangen, maar dit is gelukkig maar tijdelijk.
De Eerste Kamer heeft ook iets stevigs om op te kauwen deze week. En je zag bij sommige Kamerleden bijna fysiek de pijn van de keuze die hen is voor gelegd. Verantwoordelijkheid dragen is niet altijd leuk of makkelijk. Zelden zijn oplossingen simpel, volledig of zonder consequenties. Dat blijkt vandaag maar weer, in zowel de politiek als bij de tandarts: Het goede doen vraagt soms een beetje moed. Hulde aan de dapperen.
We willen graag meer, we willen graag sneller en we willen graag betrouwbaarder. Het spoort nu niet. Dus met de noordelijke gedeputeerden Mobiliteit en vertegenwoordigers van de regio Zwolle naar de Tweede Kamer getogen om een petitie te overhandigen die pleit voor een 3e en 4e intercity van Groningen naar de Randstad, en voor aanpak van het zwakke punt in het spoornetwerk van Nederland: het stukje Meppel-Zwolle. Zo lang de Lelylijn en de Nedersaksenlijn er nog niet zijn, is dit de enige treinverbinding van en naar de top. Een flessenhals.
Tis de lucht achter Oethoezen. Tis de lucht voor Ter Apel. Tis de lucht achter m’n toetsenbord.
Het eerste was vandaag weer genieten, met de prachtige overgangen van blauw en grauw. Van zonnig en winters buiig weer.
Het tweede dat zo ontzettend hard nodig is. En waar in de Eerste Kamer vandaag en morgen over wordt gesproken. Waar oplossingen en onzin elkaar opvolgen in een dans tussen feiten en halve waarheden in Haagse zinnigheden.
Het derde, waarbij een onnozele tweet en een Woord kan helpen in het verwerken van alle gevoelens die een Spreidingswetdebat kan opleveren.
Volgens mijn kinderen is mijn werk alleen maar vergaderen, kletsen, lezen, bellen, etc., etc. Ik ben het grotendeels met ze eens, op hun impliciete boodschap na, dat dat [puberintonatie aan] “eeeecht heeeeeel saaaaaai” zou zijn. Het is woorden geven aan ambities en dromen, aan meningen en gedachten en die laten corresponderen met die van gesprekspartners in de hoop op begrip en overeenstemming en vooral op ontwikkeling. Woorden kunnen inspiratie en richting geven, kunnen zaken blokkeren en in beweging zetten.
Ik ben al tijden op zoek naar een passende manier om mensen te informeren over het werk van de provincie, wat de rol van een gedeputeerde daarin is en wat mij daarin zoal bezighoudt. Dat ga ik proberen met dit 'Woord van de Werkdag'. Vandaag is de dag -na een weekje oefenen- dat we het wereldkundig maken, en ik heb nog veel dromen en ideeën over ontwikkelingen aan vorm, inhoud en platform. Ik hoop dat we samen de Woorden vinden (en dat ook dat niet saai gaat zijn).
Ik was vandaag in Leer. Op het centrale plein protesteerden Bauern met twee traktoren tegen de Rood-Geel-Groene-coalitie. Een beeld dat herinneringen opriep. Wat veel meer verwonderde was de ontzettend ondergewaarde positie die fietsers hebben in het Duitse verkeer, en hoeveel stromen tegelijkertijd groen krijgen bij een Ampel. Die goede Nederlandse prioritering zouden ze in Duitsland ook na mogen doen.
Vanochtend leerde en ervaarde ik dat ik ervoor moet Waken mijn auto op de handrem te zetten tijdens een vorstperiode.
Vanmiddag was er een spoeddebat in Provinciale Staten over de Waakvlam, naar aanleiding van het wankele en slecht gecommuniceerde besluit van staatssecretaris Vijlbrief om de gaswinning te hervatten vanwege een paar dagen kou.
Waakhoogte is echter het woord van mijn dag. De werkdag eindigde bij Waterschap Noorderzijlvest, waar ik namens de provincie als toezichthouder en partner rond Water het gesprek voerde. Hoe belangrijk het werk van de Waterschappen is in het droog houden van onze voeten bleek ook de afgelopen weken weer. Nu is het zaak dat ook naar de toekomst toe te borgen. De waakhoogte - het verschil tussen de hoogte van een dijk en het waterpeil - is daarbij ontzettend belangrijk in het bepalen welke maatregelen daarvoor nodig zijn.
De eerste collegevergadering na een recesperiode, waarin door afwezigheid van ambtenaren de weken ervoor weinig geagendeerd staat en dus ruimte ontstaat voor een wat ontspannener samenzijn en gesprek (vaak met brede uitweidingen) als bestuur.
NB. Meestal wordt een verademingvergadering voorafgegaan door een eind-van-de-wereld-agenda, omdat voor 1 januari of voor de zomer juist heel veel besluiten genomen (moeten?) worden. Zie ook 16-07-24.
De beste wensen. In een gebed om zegen. Op z’n Grunnegs. Heul veul. Kon minder. Aan alle collega’s en netwerkpartners op de nieuwjaarsreceptie, en aan u.